Mensen die ons goed kennen zullen het hebben voorspeld… Geen twijfel mogelijk dat een zitje in het Antwerpse sportpaleis niet door ons zou worden bezet voor de symphonica doortocht van George Michael. Inmiddels 5 jaar terug zagen we van hem in dezelfde zaal immers een weergaloos concert waar we met regelmaat nog graag aan terugdenken (en trots naar verwijzen). In de boekskes hadden we gelezen dat een clean leven inmiddels zijn deel is en ook in de relationele staat is het al een tijdje … euh… windstil. Misschien is dit wel de reden waarom George zijn eerder aangekondigde exit uit de muziekwereld (gelukkig) ongedaan heeft gemaakt en momenteel bijna 4 maanden lang Europa doorkruist met dit op papier smaakvolle concept. In een langzaam vollopende zaal was het wachten tot negen uur alvorens achter de met rood belichte en stijlvol gedrapeerde gordijnen George Michael met het intieme “Through” de avond inzette. Pas bij het daaropvolgende “My baby just cares” kregen we hem en zijn symfonisch orkest te zien, in de rug visueel opgesmukt door een podiumbreed videoscherm. Dat er een beetje tegen de verwachtingen in van dat scherm nauwelijks gebruik werd gemaakt om George uitgebreid in beeld te brengen stelde des te meer stem, songkeuze en orkestratie gedurfd in het brandpunt van de aandacht. In het fijntjes op 45 minuten afgemeten eerste deel zat het wat die laatste drie elementen betreft alvast bijzonder snor: naast de reeds vermelde openers liet ook Elton John’s “Idol” zich in positieve zin opmerken en al ging George niet helemaal tot aan de hoogste noten in het brugje, ook “Kissing a fool” ging met stip ons notitieboekje in. Coveren lijkt wel een tweede natuur geworden voor George Michael want er passeerden nog gesmaakte versies van Bowie (“Wild is the wind”), “Rufus Wainwright (“Going to a town”) en Terence Trent D’arby (“Let her down easy”). Tot aan de pauze niets dan tevredenheid dus in het gestoelte van het Antwerpse sportpaleis, op één vervelende Hollander achter ons na die lallend bleef roepen om wat meer uptempo “Amazing!” materiaal.
In het broze “Patience” gevolgd door “John & Elvis” was het uitstervende rumoer van de pauze nog voelbaar maar bij het duo “Song to the siren” (Tim Buckley) en zijn eigen “A different corner” was iedereen weer helemaal bij de les. Vooral voor die laatste ging ontegensprekelijk een rilling door het sportpaleis die zelfs de laatste rijen in de nok zal hebben bereikt. Als het één song was die deze ganse avond naar een hoger niveau optilde was het deze wel. Misschien juist daarom dat wat er achteraan kwam net een tikkeltje minder wist te beroeren: het nieuwe “When I hope you are” en het door stemvervorming genekte “True Faith”, een New Order song. Wel ontroerend: het aan Amy Winehouse opgedragen “Love is a losing game”. Deel 2 finishte net als voor de pauze (“Brother can you spare me a dime”) met een eruptie van swing door het verbluffende orkest in “Feeling good”. In de bissen stak George – om ‘at last’ iedereen toch uit de stoeltjes te krijgen - een akoestische medley met hits(“Amazing”, “I’m your man” en “Freedom”) en het van crooner Frank Ifield ontleende “I remember you”. De ‘you’ sloeg op de zaal die – één éénzame Hollander buiten beschouwing gelaten – 100 minuten lang aan zijn lippen hing.
Een vol sportpaleis – velen gekleed alsof ze voorbereid waren op een persoonlijke ontmoeting met George – zal zich deze avond ongetwijfeld nog lang herinneren. George Michael, ooit een man van wegwerppop en tienerblaadjes, zet met deze “Symphonica” vooral zijn tijdloos karakter nog eens op magistrale wijze in de verf. Hoog tijd dus om alle negatieve (voor)oordelen die aan de man kleven voorgoed overboord te gooien.
No comments:
Post a Comment