Bijna 30 jaar geleden zagen The Afghan Whigs het levenslicht
in Cincinnati, Ohio. Na een haast 10 jaar durende onderbreking vonden in 2012
voorman Gregg Dulli en de enige nog overbleven collega uit de oorspronkelijke
bezetting (bassist) John Curley een tweede adem om de groep nieuw leven in te
blazen. Met het vorig jaar verschenen en erg overtuigende “Do the beast”
slaagden The Whigs er In tegenstelling tot vele reüniegenoten wél in om ook
vandaag nog relevant te zijn. Sterker nog: in het Koninklijk Circus doken zaterdag
naast oudere jongeren met herinneringen aan de groep 2 decennia terug, ook een
jongere generatie op die de groep klaarblijkelijk alsnog graag in de armen wil
sluiten. Dat hun met 3 gitaren aangedreven unieke rock en soul- melange alvast een
grote aantrekkingskracht uitoefent kon ook worden afgeleid uit de snel
uitverkochte concerten die de groep afgelopen weekend in Brugge en Brussel afwerkte.
De zaal werd opgewarmd met een dj die uitgebreid grasduinde
in zijn motown en soul catalogus. We hoorden opvallend niemand morren dat er
niet voor een voorprogramma was geopteerd. Kwart voor negen doofden de
zaallichten waarna “Parked outside” heftig het Koninklijk Circus kwam
binnengerold met een dreigend “Matamoros” er naadloos achteraan (allebei uit de
goed vertegenwoordigde laatste plaat). Gelukkig stonden er aan de voordeur van
het Koninklijk Circus geen militairen opgesteld of die waren meteen verontrust
binnengevallen. Met “Fountain & fairfax” uit “Gentlemen” en een schitterend
“Conjure me” uit “Congregation” werd al snel achterom gekeken naar een rijk
verleden dat het in deze reüniemodus absoluut verdient om terug opgewarmd te
worden. Bij “Step into the light” voelden we de aandrang om onze aansteker in
de lucht te steken maar Dulli zong het zo intens dat we haast verlamd in onze
zetel bleven zitten. Dulli had tot dusver nauwelijks een woord gewisseld met de
zaal maar leek zelf helemaal op te gaan in de gebeurtenis. In een vlammend
“Debonair” verhief hij - wil iemand Stijn Meuris eens bij deze man in de leer
laten gaan? - het schreeuwen tot kunstvorm. Al even ijzingwekkend gebeurde dat
in het van Fleetwood Mac geleende en helemaal naar eigen hand gezette “I am
fire/Tusk”. Het coveren beperkte zich overigens niet tot Fleetwood Mac alleen want
ook The Beatles (“Getting better”), The Doors (“Roadhouse blues”), The Animals
(“House of the rising sun”) en The Police (“Every little thing she does”) werden
in Brussel op meesterlijke wijze, als icing
on the cake, de setlist binnengesmokkeld.
Aan een verschroeiend tempo en met de erg kort gehouden onderbrekingen tussen
de nummers speelde de groep een concert bij elkaar waarbij onze span of attention geen enkel dipje te
verwerken kreeg. Ook al keken we gulzig en hoopvol uit naar een lange bisreeks,
prijsbeesten als “Gentlemen”, “John the baptist” en “My enemy” hadden het
concert voordien al moeiteloos tot op adembenemende hoogte getild. Alsof God’s
gulle hand zaterdag boven het Koninklijk Circus hing trakteerden Dulli en de
zijnen ons nog op een beresterke Police cover (zie hierboven) met Dulli op wandel
door de voorste rijen, het met handgeklap ondersteund “Summer’s kiss”, het aan
The Who schatplichtige “Teenage wristband”, een overweldigend “Something hot”
en het ook met Bobby Womack’s “Across 110th street” covergewijs ingeleid
“Faded”.
Echt bijster origineel zijn we niet door te stellen dat The
Afghan Whigs live echt wel een best buy
zijn op dit moment. Feit is wel dat we een (hopelijk spoedige) terugkeer van de
groep naar onze contreien bij aankondiging meteen met stip aan onze agenda
zullen toevoegen. Nee, nog eens 19 jaar wachten (Rock Torhout ’96) overkomt ons
geen tweede keer. Als we van dit soort concerten er nog 3 voorgeschoteld
krijgen dit jaar spreken we van een grand cru.
No comments:
Post a Comment