Een keelontsteking midden vorige week (met een uitgesteld
concert in Amsterdam tot gevolg) dreigde even roet in het eten te gooien maar
eergisteren trok de tourkaravaan van Paul Weller zich in Utrecht toch, verbazend
snel, weer op gang om gisteren in Brugge halt te houden voor het eerste van 2
Belgische concerten in één week. Weller’s huidige passage kondigt een nieuwe
plaat aan die pas volgende maand beschikbaar zal zijn maar nu al met enkele
vooraf geloste fragmenten kan worden voorgeproefd op het net. We betwijfelen of
dat er voor de aanwezigen echt toe deed want met Weller’s toekomst kan
onmogelijk nog het rijke verleden in de schaduw worden gesteld hoe hard en
creatief de man ook bezig blijft door 2-jaarlijks een boeiende plaat af te
leveren.
In Brugge werd de avond ingeleid door The Vals, een vijftal uit Belfast, met een muzikale fixatie die het
midden houdt tussen The Small Faces en The Beatles. Geen wonder dus dat de
Modfather zo’n groepje mee op sleeptouw neemt, al waren we na een half uurtje
niet in die mate onder de indruk dat we de heren de komende jaren niet meer uit
het oog willen verliezen. Onze Weller-compagnon de route @PVandenbrande drukte
het veelbetekenend zo uit: “Het stoorde niet.”
Klokslag negen uur opende Weller de set met - we betwijfelen
of hij er Brugge mee bedoelde - het nieuwe “I’m where I should be”. Weller is
nooit een spraakwaterval geweest op een podium maar het viel op dat hij
gisteren wel erg spaarzaam was met bindteksten en zich weinig tot de zaal
richtte. Ook wat nerveuze aanwijzingen tussendoor gaven een aantal keren aan
dat er iets niet snor zat. Met “White sky”, “Into tomorrow” en het in tijden
niet meer live gespeelde “Kosmos” (uit zijn solo-debuut) had het concert gelukkig
snel 3 sterke momenten beet. Maar evengoed hadden we dan al schijnbaar wat gehaaste
en obligate versies van “Come on let’s go” en “From the floorboards up” gehad. Van
de nieuwe binnenkort te verschijnen plaat werden met mondjesmaat nummers in de
set binnengeschoven, de één (“Saturns pattern”) al overtuigender dan de ander (“Long
time”). Ook het voor de bissen opgespaarde “These city streets” was wellicht
beter af geweest met wat luisterbeurten vooraf alvorens het live voor de kiezen
te krijgen. Zo laveerde het concert een ganse avond tussen Weller grand cru (“Above
the clouds”) en Weller in obligate modus (“Porcelain gods”). Bij die laatste –
hoorden we daar ook niet wat véél effect op die gehavende stem? - en ook tijdens
“Whirlpool’s end” dat de reguliere set afsloot bekroop ons méér dan ons lief
was het gevoel dat beiden nu wel echt aan een inwisselbeurt toe zijn. Dat “You
do something to me” Brugge qua (h)erkenning deugd deed was niet toevallig. Men
was hoorbaar blij dat Weller een echte classic de Magdalenazaal binnenschoof maar
ook hier hadden we, de prachtige solo van gitarist Steve Craddock buiten
beschouwing gelaten, het gevoel dat we stonden te luisteren naar een verplicht
nummertje. Alsof toevalligheden nooit alleen komen greep Weller ook in Brugge sinds
lang niet meer terug naar oude Jam of Style Council, momenten die tijdens
vorige concerten ook altijd net dat tikkeltje meer konden geven.
Met een verdienstelijke bisbeurt (“Foot of the mountain”, “Changing
man”) reed Weller in Brugge over de finish als Wiggo in Parijs-Roubaix een paar
uren voordien. Geen slechte koers gereden maar van een kopman mag toch wat meer
verwacht worden. Als Brugge even los rijden was voor Brussel ziet het er alsnog
goed uit. Afspraak in de AB komende zaterdag!
No comments:
Post a Comment