In indie-kringen is het uit Canada afkomstige vijftal Black
Mountain al lang geen onbekende meer. De méér bedrijvige goudzoekers onder u
kennen de band dus ongetwijfeld al van
hun in 2005 uitgebracht titelloos debuut. De groep is met hun wat lome
seventiesrock op een bedje van psychedelica inmiddels al aan hun vierde plaat
toe (eenvoudigweg “IV” gedoopt) en bevond zich ter promotie daarvan afgelopen
woensdg in een aardig volgelopen Botanique waar jonge twintigers en grijze(nde)
vijftigers in éénzelfde concertzaal nog eens schouder aan schouder stonden. Een
groepje dat meerdere generaties overspand dus, heerlijk vinden we dat.
De avond werd ingeleid door Guy Blakeslee die met zijn wat
nerveuze gitaarspel en zagerig timbre niet meteen onze aandacht kon grijpen.
Black Mountain daarentegen had daar welgeteld één nummer in 8 volle minuten voor
nodig: “Mothers of the sun”, tevens ook de binnenkomer op die nieuwe plaat. Om
de sfeerschepping te garanderen was tussen Blakeslee en de hoofdbrok van de
avond de rookmachine al meteen op volle kracht aangezet. Die “Mothers” waren
van uitstekende Sabbath huize want Stephen McBean, spilfiguur van de band op
gitaar, pakte - stevig gebetonneerd in dreigende drums - uit met een
onvervalste Iomi riff. Met daarnaast ook het erg aan Deep Purple verwante
“Stormy high” en het als een Led Zeppelin outtake te catalogeren “Druganauts” werden
zonder twijfel de geesten van respectievelijk Jon Lord en John Bonham naar de
Botanique geroepen. Om maar te zeggen: geen mens die op een welgemikte cover moest
zitten wachten dus om in opperbeste stemming te kunnen komen.
Op wat schuchtere “Thank you’s” na van zangeres Amber Webber
was er weinig interactie met het publiek. Een waas van rook en licht leek het
voornaamste bindmiddel tussen de songs waarvan vooral die steunend op een
lekkere groove (“Defector”) de set beter op tempo hielden dan het in dikke
lagen synths badende “You can dream”. Jammer dat diezelfde Webber het qua
versterkt volume ook een avond lang met minder diende te stellen dan McBean.
Daardoor kwam haar Patti Smith-partij in “Florian Saucer Attack” er minder uit
dan we zouden hebben gewild en schitterden enkele van de meerstemmige harmonieën
(bis “Crucify me” en het schitterende “Cemetery breeding”) minder dan op de
respectievelijke plaatversies.
Helemaal à point werd
het echter wél op een kwartier van de bissen met - Hey, horen we daar Pink
Floyd in hun betere dagen? - het oppermachtige “Wucan” en “Space to
Bakersfield”. Eenmaal bovenop deze Black Mountain en genietend van een
adembenemend (nostalgisch) zicht kon het klagen over de onverwachte hindernissen
onderweg dus snel achterwege gelaten worden.Deze blogpost met fotoverslag is ook verschenen op http://www.keysandchords.com/black-mountain-bull-13-april-2016-bull-orangerie-botanique-brussel.html
No comments:
Post a Comment