[❹ (uitstekend), ❸ (goed), ❷ (twijfelgeval) en ❶ (onder onze maat)]
Zaterdag 2 juli
Een blinde zou het gezien hebben op Werchter dat de toekomst
van Bazart (❸ Klub C, 13:35) er
bijzonder rooskleurig uitziet. Het moet immers van de prille Clouseau dagen
geleden zijn dat we nog een groep hebben gezien die zό een aan hysterie
grenzende reactie bij een (overwegend vrouwelijk) publiek kan losweken. Zanger Mathieu Terryn aarzelde dan ook niet om dat met wat extra kontgedraai nog wat
aan te zwengelen. De gedachte naar een Nederlandstalige versie van Oscar And
The Wolf te staan kijken kregen we maar niet uit het hoofd al drukte dat de
pret niet. Dit Bazart lag een half uur onweerstaanbaar lekker in het oor. Laat
ons dan bijgevolg ook maar snel naar die hel gaan. Bij Courtney Barnett (❸ The Barn, 14:05) moesten we bij eerste aanblik
spontaan aan een jonge Chrissie Hynde (The Pretenders) denken. Half lang haar
en een Fender Telecaster om zich gehangen opende ze met “Dead fox”, het nummer
dat bij ons op de meeste airplay kon rekenen. Gitaren die op de kruising tussen
het Californië van de seventies en Seatle van de nineties liggen speelden
heerlijk haasje over tijdens haar concert. Voor de modale Werchterganger klonk
deze Barnett wellicht een beetje te sjofel maar geheel in de geest van de
slogan op Barnett’s T-shirt (“Life. Be in it!”) hebben wij het een uur lang
uitstekend naar de zin gehad. Met het Londense Savages (❸ Klub C, 14:55) kregen we bovenop Barnett op Werchter
zelfs nog eens een heuse damesgroep geserveerd en wat voor één. Frontvrouw
Jehhny Beth, een Franse notabene, ging te keer alsof ze haarzelf van een knoert
van een ochtendhumeur moest verlossen. Vormelijk zaten de respectievelijke
dames strak in het pak en muzikaal golfden ze nogal heftig op Neue Deutsche
Welle punkgolven. “T.I.W.Y.G.” - This is what you get when you mess with love... - was een niet mis te verstane boodschap die
vrijpostige toenadering tot de dames meteen uitsloot. Een oorveeg van een
concert! Gelukkig stond in de tent ernaast Glen
Hansard (❹ The Barn, 15:35) klaar om te zalven met het betere
singer-songwriter werk. De uit Ierland afkomstige Hansard speelde voorheen bij
The Frames en The Swell Season maar lijkt pas nu echt succes te oogsten sinds
hij onder eigen vlag vaart. Tegen de Werchterse programma wetten in kreeg hij overdag
anderhalf uur speeltijd afgedwongen en daar kunnen we na afloop niet dankbaar genoeg
voor zijn dat men in deze eis is meegegaan. Hansard, begeleid door 10 m/v
waaronder strijkers en blazers, opende meteen op een hoogtepunt met “Didn’t he
ramble” en kwam er – jazeker, u leest het goed – 90 minuten niet meer van af.
Op het kwartier al was er bij het indrukwekkende “When your mind’s made up” ter
hoogte van ons strottenhoofd geen doorslikken meer aan. Idem bij het magistrale
“Love don’t leave me waiting” (met een stukje “Respect” in). Met Hansard die
ook tussen de songs door bewees een geboren verteller en grappenmaker te zijn
hoeft het niet te verwonderen dat dit zeldzame
totaalpakket op Werchter Hansard enkele duizenden nieuwe vrienden zal
hebben bezorgd. Daarmee vervoegen we een mooi clubje waarin ook Chilli Peppers
(Chad Smith kwam in The Barn trouwens even meedoen), Eddie Vedder, Bruce
Springsteen en Bono zitten. Met Two Door Cinema Club (❷ Main Stage,
17:35) gooiden we er na Hansard nog wat Ieren bovenop. Werchter zat terwijl er
eindelijk wat zon over de weide scheen, rustig te wachten op hitje “What you
know” (uit 2011 al) en sloeg de 55 minuten die er aan vooraf gingen nauwelijks
acht op het beste van die twee eerste platen waar de groep doorging. Zanger
Alex Trimble gaf de indruk dit ook door te hebben. Het wordt met die aankomende
derde plaat “Gameshow” een beetje erop of eronder voor deze – op zijn
West-Vlaams - Twee Deurs Cinema Zoale. Het titelnummer klonk alvast
veelbelovend. We maakten het al eens mee dat op Werchter Beirut (❷ The Barn, 17:55) de tent in lichterlaaie zette. Ditmaal,
wat vroeger op de avond dan die vorige keer, lukte dit verrassend genoeg niet.
Behoeven “Santa Fé” en “Nantes” een langere marinade van de festivalganger
alvorens op gepaste wijze te kunnen gedegusteerd te worden? Een mens zou het
haast beginnen geloven. Wat mocht een mens verwachten van PJ Harvey (❹ The Barn, 20:10) op Werchter? Berichten dat ze haar
bekender werk straal zou negeren hadden ook ons bereikt en maakten ons vooraf
wat ongerust. Dat bleek snel ongegrond want ook al speelde Harvey nagenoeg
alles van haar laatste “The Hope Six Demolition Project”, we hebben ons geen
minuut verveeld. De plaat handelt over nieuwbouwprojecten in oude
achtergestelde buurten waardoor de oorspronkelijke bewoners eigenlijk worden verjaagd.
Niet echt een thema om gezellig met handgeklap aan te participeren maar waar eerder
een geduldige luisterinspanning voor is vereist. Dit tegen alle geplogenheden
van een zomerfestival in brengen getuigt van veel moed, er mee weg geraken van
grote klasse. PJ Harvey bedankte aan het einde van haar set met oudjes “50ft
Queenie” en “Down by the water”. Tame
Impala (❷ The Barn, 22:25) opende met “Let it happen” en een volgeladen
confettikanon waardoor het leek alsof ze hun concert achterste voren hadden
ingezet. Het geluid dat de groep voortbracht klonk aangesterkt door een
hoeveelheid effecten weliswaar indrukwekkend in de Werchterse tent maar had
tegelijk ook iets kunstmatigs. Buigend op nog maar één resterende hit (het
halfweg prijsgegeven “The less I know the better”) hield Tame Impala de tent
dan ook niet de volle speelduur vast. Bij het gevaar af om als zuurpruim te
worden weggezet konden ook deze keer Editors
(❷ Main Stage, 00:20) ons niet voor het volle pond overtuigen. Hun jongste 2
platen staan vol stinkers die het niet waard zouden geweest zijn om zelfs maar
een b-kantje te zijn voor één van de singels uit hun eerste 2 platen. Ook het
feit dat dit geen protserige headline-show hoefde te zijn – dat kunnen de
Peppers beter - stoort ons want de groep heeft nergens, dus ook niet bij ons,
die status. Publiekslievelingen, ja dat wél, maar dat kan gerust lager op het
programma. Scheelt trouwens ook een hoop in de kosten voor pyrotechnieken.
Zondag 3 juli
We zien het nog niet gauw gebeuren dat een kandidaat van The
Voice Vlaanderen het podium van Werchter zou halen. Wat Alice On The Roof (❷ The Barn, 13:00) dan zo bijzonder maakt dat
zij daar wel in is geslaagd vanuit de Waalse versie van de talentenjacht bleef
ook ons na haar concert wat onduidelijk. Brave en erg lieflijk klinkende pop
was ons deel, met het eerste zuchtje wind dat opstak buiten de tent was het zo weg.
Een pak overtuigender vonden we Bear’s
Den (❸ The Barn, 14:15) die geheel overvallen door de onverwachte publieksrespons
een erg sterk concert speelden. De banjo’s werden bovengehaald maar bleven
onder Mumford & Sons niveau en de meerstemmigheid deed ons met genoegen
terugdenken aan Fleet Foxes. Hun binnenkort te verschijnen nieuwe plaat “Red
earth and pouring rain” zal, afgaande op de nieuwe songs die de groep in
Werchter bovenhaalde, alvast liefhebbers van voorganger “Islands” niet
verontrusten. Als daar ook een hitje van het kaliber “Agape” tussen zit lijkt
de opmars van Bear’s Den verzekerd. De Londense Lianne La Havas (❹ The Barn, 16:05) bevestigde vorig jaar met haar
tweede plaat “Blood” die thematisch over haar bijzondere afkomst
(Grieks-Jamaicaans) gaat. Dat ze in lijn van onze vorige ontmoetingen ook deze
keer ging schitteren stond vast alleen wisten we niet met wat. Na een knap
“Tokyo” en het leuke “Age” waarin ze openhartig de liefde voor een oudere man
bezong (en ook “Belgian men” complimenteerde) pakte ze de tent op haar eentje in
met de Dionne Warwick hit “I say a little prayer”. Niet alleen van uw maar ook van
onze maximale score had ze zich dan meteen verzekerd. Spoorslags trokken we
naar het hoofdpodium om daar de derde nog levende legende van deze Werchter affiche
aan te treffen want na Paul McCartney en Robert Plant was het op zondag de
beurt aan Iggy Pop (❹ Main Stage,
17:05). Een 69-jarige in blote bast smerige rock’n’roll zien spelen op een
zondagnamiddag zou enkele decennia terug wellicht door de dorpspastoor van
Werchter verboden geweest zijn maar nu mocht een volgelopen festivalweide daar
ongeneerd van genieten. Met “No fun”, “I wanna be your dog”, “The passenger” en
“Lust for life” speelde Iggy veruit de helft van het aanwezige deelnemersveld
met het schaamrood op de wangen terug naar huis. Bij “Real wild child” dook hij
de frontstage in om dat aan de voorste rijen nog eens extra in de verf te gaan
zetten. Het gemis aan de sterrencast waarmee hij zijn laatste plaat opnam waren
we tegen dan al lang vergeten. Het Britse Foals
(❹ The Barn, 18:05) miste met hun laatste plaat “What went down” de opstap
naar een hogere divisie. Het verstoten blijven van onze nationale
jongerenzender zal daar wellicht niet vreemd aan zijn. Maar zolang de groep
blijft inzetten op de sterke live reputatie die hen nu al jaren vergezelt komt
de publieksaangroei wel vanzelf. In Werchter bouwden de heren uit Oxford de
spanning zorgvuldig op met een parcours langs het beste van hun platen tot
dusver om te culmineren met “Inhaler” en een door de schreeuw van Yannis
Philippakis aangedreven “What went down”. Een kudde pogoënde festivalgangers
kwam helemaal tureluurs van onder het tentzeil na afloop. Net voor het Werchter
weekend kondigden The Last Shadow
Puppets (❸ Main Stage, 19:00) ook hun aanwezigheid op Pukkelpop aan voor later
deze zomer. Als daarmee onze hoop op een zaalconcert aan diggelen ligt zijn we
diep bedroefd want hoe goed de heren ook uit de verf kwamen op het grote podium,
dit lijkt ons bij uitstek een concert dat in bescheidener context nog grotere
ogen zou gooien. Turner en Kane hadden moeite de grote weide aan hun kant te
krijgen maar verzaakten niet aan hun plichten om geestdriftig voor de dag te
komen in “Bad habits”, “Aviation” en het van dat onvolprezen debuut geplukte
“My mistakes were made for you”. Beck (❹
The Barn, 20:05) draait inmiddels al ruim 2 decennia mee en kan terugvallen op
een inmiddels indrukwekkende rij singels. Dit Werchter concert is de voorbode
van een nieuw album dat in oktober moet verschijnen en in de vorm van “Dreams”
en “Wow” reeds 2 nieuwe singels telt. Alleen de eerste haalde de Werchter-set. Voor het
overige stak Beck een greatest hits in elkaar om U tegen te zeggen. 2 platen (het
20 jaar oude “Odelay” en 10 jaar jongere “Guero”) leverden het leeuwendeel van
de songs. De hele show stak zó professioneel in elkaar met verbluffende visuals
op de videomuur achter de 4 koppige begeleidingsband dat het weer spontaan
werd. In bis “Where it’s at” (I got two
turntables and a microphone - *luid meegebruld door de hele tent*) kreeg
elk bandlid een solospot dat eigenlijk doorging voor een cover. Zo werden Chic,
Bowie, Kraftwerk en vooral Prince alsnog handig de set binnengesmokkeld. Met
die laatste heeft Beck qua veelzijdigheid misschien nog het meest verwantschap,
getuige een concert dat stijlmatig alle richtingen uitging en ons na vier dagen
festival andermaal op een hoogtepunt deed eindigen.
Lees hieronder het verslag van dag 1 en 2.
No comments:
Post a Comment