Thursday, July 07, 2016

Rock Werchter '16 (deel 2) 2/07+3/07

[❹ (uitstekend), ❸ (goed), ❷ (twijfelgeval) en ❶ (onder onze maat)]

Zaterdag 2 juli
Een blinde zou het gezien hebben op Werchter dat de toekomst van Bazart (❸ Klub C, 13:35) er bijzonder rooskleurig uitziet. Het moet immers van de prille Clouseau dagen geleden zijn dat we nog een groep hebben gezien die zό een aan hysterie grenzende reactie bij een (overwegend vrouwelijk) publiek kan losweken. Zanger Mathieu Terryn aarzelde dan ook niet om dat met wat extra kontgedraai nog wat aan te zwengelen. De gedachte naar een Nederlandstalige versie van Oscar And The Wolf te staan kijken kregen we maar niet uit het hoofd al drukte dat de pret niet. Dit Bazart lag een half uur onweerstaanbaar lekker in het oor. Laat ons dan bijgevolg ook maar snel naar die hel gaan. Bij Courtney Barnett (❸ The Barn, 14:05) moesten we bij eerste aanblik spontaan aan een jonge Chrissie Hynde (The Pretenders) denken. Half lang haar en een Fender Telecaster om zich gehangen opende ze met “Dead fox”, het nummer dat bij ons op de meeste airplay kon rekenen. Gitaren die op de kruising tussen het Californië van de seventies en Seatle van de nineties liggen speelden heerlijk haasje over tijdens haar concert. Voor de modale Werchterganger klonk deze Barnett wellicht een beetje te sjofel maar geheel in de geest van de slogan op Barnett’s T-shirt (“Life. Be in it!”) hebben wij het een uur lang uitstekend naar de zin gehad. Met het Londense Savages (❸ Klub C, 14:55) kregen we bovenop Barnett op Werchter zelfs nog eens een heuse damesgroep geserveerd en wat voor één. Frontvrouw Jehhny Beth, een Franse notabene, ging te keer alsof ze haarzelf van een knoert van een ochtendhumeur moest verlossen. Vormelijk zaten de respectievelijke dames strak in het pak en muzikaal golfden ze nogal heftig op Neue Deutsche Welle punkgolven. “T.I.W.Y.G.” - This is what you get when you mess with love... - was een niet mis te verstane boodschap die vrijpostige toenadering tot de dames meteen uitsloot. Een oorveeg van een concert! Gelukkig stond in de tent ernaast Glen Hansard (❹ The Barn, 15:35) klaar om te zalven met het betere singer-songwriter werk. De uit Ierland afkomstige Hansard speelde voorheen bij The Frames en The Swell Season maar lijkt pas nu echt succes te oogsten sinds hij onder eigen vlag vaart. Tegen de Werchterse programma wetten in kreeg hij overdag anderhalf uur speeltijd afgedwongen en daar kunnen we na afloop niet dankbaar genoeg voor zijn dat men in deze eis is meegegaan. Hansard, begeleid door 10 m/v waaronder strijkers en blazers, opende meteen op een hoogtepunt met “Didn’t he ramble” en kwam er – jazeker, u leest het goed – 90 minuten niet meer van af. Op het kwartier al was er bij het indrukwekkende “When your mind’s made up” ter hoogte van ons strottenhoofd geen doorslikken meer aan. Idem bij het magistrale “Love don’t leave me waiting” (met een stukje “Respect” in). Met Hansard die ook tussen de songs door bewees een geboren verteller en grappenmaker te zijn hoeft het niet te verwonderen dat dit zeldzame  totaalpakket op Werchter Hansard enkele duizenden nieuwe vrienden zal hebben bezorgd. Daarmee vervoegen we een mooi clubje waarin ook Chilli Peppers (Chad Smith kwam in The Barn trouwens even meedoen), Eddie Vedder, Bruce Springsteen en Bono zitten.  Met Two Door Cinema Club (❷ Main Stage, 17:35) gooiden we er na Hansard nog wat Ieren bovenop. Werchter zat terwijl er eindelijk wat zon over de weide scheen, rustig te wachten op hitje “What you know” (uit 2011 al) en sloeg de 55 minuten die er aan vooraf gingen nauwelijks acht op het beste van die twee eerste platen waar de groep doorging. Zanger Alex Trimble gaf de indruk dit ook door te hebben. Het wordt met die aankomende derde plaat “Gameshow” een beetje erop of eronder voor deze – op zijn West-Vlaams - Twee Deurs Cinema Zoale. Het titelnummer klonk alvast veelbelovend. We maakten het al eens mee dat op Werchter Beirut (❷ The Barn, 17:55) de tent in lichterlaaie zette. Ditmaal, wat vroeger op de avond dan die vorige keer, lukte dit verrassend genoeg niet. Behoeven “Santa Fé” en “Nantes” een langere marinade van de festivalganger alvorens op gepaste wijze te kunnen gedegusteerd te worden? Een mens zou het haast beginnen geloven. Wat mocht een mens verwachten van PJ Harvey (❹ The Barn, 20:10) op Werchter? Berichten dat ze haar bekender werk straal zou negeren hadden ook ons bereikt en maakten ons vooraf wat ongerust. Dat bleek snel ongegrond want ook al speelde Harvey nagenoeg alles van haar laatste “The Hope Six Demolition Project”, we hebben ons geen minuut verveeld. De plaat handelt over nieuwbouwprojecten in oude achtergestelde buurten waardoor de oorspronkelijke bewoners eigenlijk worden verjaagd. Niet echt een thema om gezellig met handgeklap aan te participeren maar waar eerder een geduldige luisterinspanning voor is vereist. Dit tegen alle geplogenheden van een zomerfestival in brengen getuigt van veel moed, er mee weg geraken van grote klasse. PJ Harvey bedankte aan het einde van haar set met oudjes “50ft Queenie” en “Down by the water”. Tame Impala (❷ The Barn, 22:25) opende met “Let it happen” en een volgeladen confettikanon waardoor het leek alsof ze hun concert achterste voren hadden ingezet. Het geluid dat de groep voortbracht klonk aangesterkt door een hoeveelheid effecten weliswaar indrukwekkend in de Werchterse tent maar had tegelijk ook iets kunstmatigs. Buigend op nog maar één resterende hit (het halfweg prijsgegeven “The less I know the better”) hield Tame Impala de tent dan ook niet de volle speelduur vast. Bij het gevaar af om als zuurpruim te worden weggezet konden ook deze keer Editors (❷ Main Stage, 00:20) ons niet voor het volle pond overtuigen. Hun jongste 2 platen staan vol stinkers die het niet waard zouden geweest zijn om zelfs maar een b-kantje te zijn voor één van de singels uit hun eerste 2 platen. Ook het feit dat dit geen protserige headline-show hoefde te zijn – dat kunnen de Peppers beter - stoort ons want de groep heeft nergens, dus ook niet bij ons, die status. Publiekslievelingen, ja dat wél, maar dat kan gerust lager op het programma. Scheelt trouwens ook een hoop in de kosten voor pyrotechnieken.


Zondag 3 juli
We zien het nog niet gauw gebeuren dat een kandidaat van The Voice Vlaanderen het podium van Werchter zou halen. Wat Alice On The Roof (❷ The Barn, 13:00) dan zo bijzonder maakt dat zij daar wel in is geslaagd vanuit de Waalse versie van de talentenjacht bleef ook ons na haar concert wat onduidelijk. Brave en erg lieflijk klinkende pop was ons deel, met het eerste zuchtje wind dat opstak buiten de tent was het zo weg. Een pak overtuigender vonden we Bear’s Den (❸ The Barn, 14:15) die geheel overvallen door de onverwachte publieksrespons een erg sterk concert speelden. De banjo’s werden bovengehaald maar bleven onder Mumford & Sons niveau en de meerstemmigheid deed ons met genoegen terugdenken aan Fleet Foxes. Hun binnenkort te verschijnen nieuwe plaat “Red earth and pouring rain” zal, afgaande op de nieuwe songs die de groep in Werchter bovenhaalde, alvast liefhebbers van voorganger “Islands” niet verontrusten. Als daar ook een hitje van het kaliber “Agape” tussen zit lijkt de opmars van Bear’s Den verzekerd. De Londense Lianne La Havas (❹ The Barn, 16:05) bevestigde vorig jaar met haar tweede plaat “Blood” die thematisch over haar bijzondere afkomst (Grieks-Jamaicaans) gaat. Dat ze in lijn van onze vorige ontmoetingen ook deze keer ging schitteren stond vast alleen wisten we niet met wat. Na een knap “Tokyo” en het leuke “Age” waarin ze openhartig de liefde voor een oudere man bezong (en ook “Belgian men” complimenteerde) pakte ze de tent op haar eentje in met de Dionne Warwick hit “I say a little prayer”. Niet alleen van uw maar ook van onze maximale score had ze zich dan meteen verzekerd. Spoorslags trokken we naar het hoofdpodium om daar de derde nog levende legende van deze Werchter affiche aan te treffen want na Paul McCartney en Robert Plant was het op zondag de beurt aan Iggy Pop (❹ Main Stage, 17:05). Een 69-jarige in blote bast smerige rock’n’roll zien spelen op een zondagnamiddag zou enkele decennia terug wellicht door de dorpspastoor van Werchter verboden geweest zijn maar nu mocht een volgelopen festivalweide daar ongeneerd van genieten. Met “No fun”, “I wanna be your dog”, “The passenger” en “Lust for life” speelde Iggy veruit de helft van het aanwezige deelnemersveld met het schaamrood op de wangen terug naar huis. Bij “Real wild child” dook hij de frontstage in om dat aan de voorste rijen nog eens extra in de verf te gaan zetten. Het gemis aan de sterrencast waarmee hij zijn laatste plaat opnam waren we tegen dan al lang vergeten. Het Britse Foals (❹ The Barn, 18:05) miste met hun laatste plaat “What went down” de opstap naar een hogere divisie. Het verstoten blijven van onze nationale jongerenzender zal daar wellicht niet vreemd aan zijn. Maar zolang de groep blijft inzetten op de sterke live reputatie die hen nu al jaren vergezelt komt de publieksaangroei wel vanzelf. In Werchter bouwden de heren uit Oxford de spanning zorgvuldig op met een parcours langs het beste van hun platen tot dusver om te culmineren met “Inhaler” en een door de schreeuw van Yannis Philippakis aangedreven “What went down”. Een kudde pogoënde festivalgangers kwam helemaal tureluurs van onder het tentzeil na afloop. Net voor het Werchter weekend kondigden The Last Shadow Puppets (❸ Main Stage, 19:00) ook hun aanwezigheid op Pukkelpop aan voor later deze zomer. Als daarmee onze hoop op een zaalconcert aan diggelen ligt zijn we diep bedroefd want hoe goed de heren ook uit de verf kwamen op het grote podium, dit lijkt ons bij uitstek een concert dat in bescheidener context nog grotere ogen zou gooien. Turner en Kane hadden moeite de grote weide aan hun kant te krijgen maar verzaakten niet aan hun plichten om geestdriftig voor de dag te komen in “Bad habits”, “Aviation” en het van dat onvolprezen debuut geplukte “My mistakes were made for you”. Beck (❹ The Barn, 20:05) draait inmiddels al ruim 2 decennia mee en kan terugvallen op een inmiddels indrukwekkende rij singels. Dit Werchter concert is de voorbode van een nieuw album dat in oktober moet verschijnen en in de vorm van “Dreams” en “Wow” reeds 2 nieuwe singels telt. Alleen de eerste haalde de Werchter-set. Voor het overige stak Beck een greatest hits in elkaar om U tegen te zeggen. 2 platen (het 20 jaar oude “Odelay” en 10 jaar jongere “Guero”) leverden het leeuwendeel van de songs. De hele show stak  professioneel in elkaar met verbluffende visuals op de videomuur achter de 4 koppige begeleidingsband dat het weer spontaan werd. In bis “Where it’s at” (I got two turntables and a microphone - *luid meegebruld door de hele tent*) kreeg elk bandlid een solospot dat eigenlijk doorging voor een cover. Zo werden Chic, Bowie, Kraftwerk en vooral Prince alsnog handig de set binnengesmokkeld. Met die laatste heeft Beck qua veelzijdigheid misschien nog het meest verwantschap, getuige een concert dat stijlmatig alle richtingen uitging en ons na vier dagen festival andermaal op een hoogtepunt deed eindigen.


Lees hieronder het verslag van dag 1 en 2.

No comments: