Net voor de Britpop scene het mooie weer maakte midden jaren
negentig waren reeds tal van bands over het kanaal onder de noemer “shoegaze” al
erg creatief op zoek naar nieuwe geluiden. De term verwijst naar hoe de
muzikanten er bij staan op een podium: starend naar hun schoenen. Zelf halen we
The Jesus & The Mary Chain steeds aan als schoolvoorbeeld, “in de literatuur”
botst een mens al eens vaker op My Bloody Valentine. Het genre is met het hernieuwde
succes van een groep als Slowdive, afgelopen zomer nog succesvol op Werchter en
enkele weken geleden ook nog in Brussel te gast, duidelijk aan een revival toe
want ook het viertal RIDE uit Oxford heeft na hun split midden jaren negentig sinds
een drietal jaren de activiteiten terug hervat. Dat leverde dit jaar alvast een
door ons erg gesmaakte comeback plaat “Weather Diaries” op en deed ons geen
seconde twijfelen om op de afspraak te zijn voor hun concert in Brussel deze
week.
Dat er ons echo’s uit de late jaren tachtig, begin nineties
gingen komen aanwaaien, daar waren we vooraf vrij zeker van. Dat het er zoveel
gingen zijn, daar schrokken we toch wat van. Het concert ving aan zoals die
laatste plaat dat doet. Het in de beginakkoorden een beetje naar “A forest”
knipogende “Lannoy point” en – Mmmm, lekkere Bunnymen - “Charm assault” werden
voor ons à point geserveerd. In het licht van heftig om hun as draaiende
Varilites pakte de groep uit met een glashelder geluid waarin de vocalen van
Mark Gardener opvallend goed van effecten waren voorzien. De Botanique liet het
bij de start van dit concert wat op zich afkomen – gitarist Andy Bell merkte
het zelfs even op hoe stil het was - en gaf pas bij het eerste oudje van de
avond (“Seagull”) echt teken van leven. Dit verhoudingsgewijze verschil in reactie
– bij oud ten opzichte van bij nieuw werk – was overigens kenschetsend voor de
ganse avond. Een overwegend mannelijk publiek van rijpe veertigers liet zich for old times sake duidelijk liever bedienen
met werk uit RIDE’s backcatalogue dan met songs uit die laatste plaat. De groep
had voor Brussel een set in elkaar geknutseld van 100 minuten waarin alle
sleutelsongs (“Taste”, “Vapour trail”, “OX4” en het luid meegebrulde “Drive
blind”) waren opgenomen om in de bissen te besluiten met (misschien wel hun belangrijkste
song voor de overlevering) “Leave them all behind” en het 27 jaar oude “Chelsea
girl” uit hun allereerste EP. Al misstonden nieuwelingen “Cali” en “Lateral
Alice” daar niet tussen toch viel het op dat de Botanique daar niet voor was
volgelopen. De groep sleept 25 jaar na datum van hun bloeiperiode, voornamelijk
op Britse bodem, geen échte hits achter zich aan maar dat ze
invloedrijk zijn geweest voor een golf aan latere groepen staat buiten discussie.
Aangezien ze labelgenoten waren (bij het legendarische Creation) en dezelfde
manager deelden niet in het minst voor Oasis. Fans van het eerste uur zullen
het niet graag lezen maar in “Dreams burn down” ontdekten we zelfs embryonale
Coldplay en een song als “From time to time” bevat het DNA van wat Supergrass
in navolging van RIDE zo interessant maakte. Dat gitarist Andy Bell na het
uiteenvallen van RIDE onderdak kreeg bij Oasis (als bassist) en ook het Beady
Eye hoofdstuk van Liam muzikaal mee hielp inkleuren is trouwens ook veelbetekenend.
In Brussel gooide deze Bell dan ook speltechnisch hoge ogen en kleurde hij de
songs meermaals knap in.
De Botanique sloot dit herenigde RIDE vooral in de armen
omwille van het handvol indie-classics waarmee ze destijds het pad voor vele
anderen hebben geëffend. Het nieuwe werk – hoe goed ook maar te weinig lo-fi
voor de puristen wellicht – vond alvast in Brussel jammer genoeg geen afzet bij de
uitverkochte zaal waardoor niet alleen het publiek maar ook dit concert op twee gedachten hinkte.
No comments:
Post a Comment