Onze quotering is als volgt: ❹ (uitstekend), ❸ (goed), ❷ (op het randje) en ❶ (onder onze maat). Opgelet! Dit is een éénmansparcours, dus keuzes dienden worden te gemaakt en slechts een derde van de affiche is er in terug te vinden.
Van alle headliners – toch opvallend dit jaar: we gingen ze allemaal bekijken – vonden we The Killers (❶) en London Grammar (❷) te licht uit vallen wat er voor zorgde dat de Werchtervrijdag niet tot zijn verhoopte climax kwam. De eersten zijn nog méér een vehikel geworden van het ego van Brandon Flowers en blazen zich live tot groteske maar slecht verteerbare proporties op en het Londense London Grammar - zangeres Hannah Reed verscheen een kwartier te laat met doodsangst in de ogen op het podium - bleek ons nog onvoldoende matuur om het in zo’n grote setting écht waar te maken. Reken daarbij de collectieve overwinningsroes na de match tegen Brazilië en we hadden eigenlijk met hen te doen om op zo’n moment daar te moeten aantreden. Dat Queeens Of The Stone Age, Gorillaz, Pearl Jam en Arctic Monkeys (allemaal ❸) wél afleverden, daar bestond vooraf dan weer weinig twijfel over. Met één recente Afrekening hit (“Can’t deny me”) en een rij Pearl Jam klassiekers om U tegen te zeggen en de Monkeys die hun laatste, wat gecontesteerde plaat, toch overtuigend hun set inloodsten konden we allerminst ontevreden zijn. Ook bij de Queens had verveling geen schijn van kans met een rete-strakke set die ook werk van de laatste “Villains” liet schitteren. Met Gorillaz, waarbij Blur’s Damon Albarn toch overduidelijk in de frontman positie zat, werd dag 1 swingend de nacht ingeloodst. In dit rijtje afsluiters ontbreken nog Nick Cave en Jack White (allebei ❹) die zich gedurende het weekend onderscheidden hebben van het peloton door 1° zo allesomvattend te doceren uit het grote rock-’n-roll boek (White) en 2° een weide van 80000 man het zwijgen op te leggen en gevoelsmatig te hebben weten raken (Cave). Cave maakte het donker bij een heldere hemel – wij dachten dat alleen een Goddelijkheid dit kon - en overtrof in Werchter zelfs zijn recente zaalconcerten waarmee hij al iedereen het nakijken had gegeven. Bijna headliner Snow Patrol (❷) wou wel – de breedste glimlach van het weekend lag een uur lang op de mond van zanger Gary Lightbody - maar het kwam er onvoldoende uit. Het klonk ons allemaal te slap en alleen “Chasing cars” en “Shut your eyes” waren hun onweerstaanbare zelf.
Een blik middenmoters – gevestigde waarden lager op de
tabellen – openen we met Steven Wilson
(❹),
prog-rock vertegenwoordiger die het genre zo heeft verbreed op zijn jongste
plaat dat een volle Barn zijn deel was. Vooraf waren we er niet gerust op maar
Wilson speelde knap zijn troeven uit. Lang en complex (“Ancestral”) stond knap
tegenover kort en Abba-esque (“Permanating”), waarmee Wilson de verbazendste muzikale
spreidstand van het weekend op zijn naam mag schrijven. Black Rebel Motorcycle Club (❸) zagen zich eveneens
geconfronteerd met een bomvolle Barn en amper afgetrapt werd vooraan
geestdriftig de pogo-dans ingezet die pas tot stilstand kwam een uurtje later
nadat de groep met “Wathever happened to my rock’n’roll” had afgesloten. Alice In Chains (❷)
kon hun glansprestatie van in 2010 met nagenoeg dezelfde set (waartussen
uiteraard alle klassiekers uit het Staley tijdperk) niet overdoen. In een wat
onzuivere klankbalans hoorden wij alleen de gitaarpartijen van virtuoos en
bandleider Jerry Cantrell écht schitteren, niet genoeg de songs die de groep zo
boeiend maakt. At The Drive In (❸)
raasde als een tornado door The Barn, daarmee een copy/paste makend van hun
Pukkelpop-concert vorig jaar. Het enige verschil zat hem in de betere luim
waarin zanger Cedric Bixler verkeerde want ook nu klopte het concert met de
“One-armed scissor” af onder de toebedeelde speeltijd. Dat First Aid Kit (❹) een steile klim heeft gemaakt sinds
we de zusjes Söderberg voor het eerst zagen in 2014 bewezen ze met een perfect
concert. De zang was van een hemelse zoetgevooisdheid, de begeleidingsband kleurde
de van een lichte country touch voorziene
songs perfect in en de immense videomuur achteraan zorgde voor passende
beeldschepping. De val van “té gelikt” stond wijd open maar First Aid Kit viel
er, terloops ook dé cover van het weekend op hun naam schrijvend ("Running up that hill", Kate Bush), niet in. Stereophonics (❹)
traden voor de zevende keer aan in Werchter, wat hen bij een select kransje
grote namen brengt. Vreemd genoeg bleven ze al die tijd ergens middenin de
affiche hangen. Ook nu weer was er in de namiddagzon geen betere jukebox
denkbaar en speelde de groep wellicht hun beste van die 7 Werchter concerten.
In The Barn hadden MGMT (❸)
niets meer dan hun drie singels uit de plaat “Oracular Spectacular” nodig om de
toegestroomde massa op hun wenken te bedienen. De tweede helft van het concert
met ook enkele niet onaardige nieuwe nummers vonden we ronduit fantastisch. De
finale met “Kids” was zoals verwacht één van de hevigste erupties van
festivalplezier die we hebben mogen meemaken.
In het segment ‘Jong en dus nog eventjes verwijderd van een
headline-spot’ verschenen aan ons Gang
Of Youths (❷), Jorja Smith (❹), Jade Bird (❹),
Wolf Alice (❸) en Durand Jones And The Indications (❹). De drie laatsten uit dat rijtje maakten een goede beurt op dat uiterst geslaagde vierde podium waarbij het er
vooral voor het Britse Wolf Alice drummen was én waarvoor een plek op de
grotere podia gerechtvaardigd zou geweest zijn. Australië probeert met Gang Of
Youts hun nieuwe INXS aan de wereld te slijten maar dat zal naast de goede
looks van zanger David Le’aupepe en zijn grote stadiongebaren nog heel wat werk
vergen. De Britse Jade Bird was dan weer van een ontwapende frisheid – gitaar,
stem en fijne liedjes (één wereldsong getiteld “Lottery”) en Durand Jones
bleken completer dan alle voorgaande hedendaagse soulnamen die we al live
hebben mogen degusteren. Met adelbrieven van rapper Drake is de ravissante Jorja Smith the next big thing en die reputatie maakte ze in een gloedvol uur R&B op Werchter helemaal waar. Toen ze op het einde van haar set enkel door piano begeleid "Don't watch me cry" bracht stonden we helemaal paraat om eventuele troost te bieden.
Ook debuterend op Werchter: Curtis Harding (❸), Anderson.Paak (❸) en Kaleo (❸) al kon de middelste wegens giga-succes al meteen
aanspraak maken op de rol van afsluiter in The Barn. Anderson.Paak had overigens de
voorzet van de kersverse Duivelse overwinning maar simpelweg binnen te tikken
om een waanzinnig feest te ontketenen. Dat zijn concert pas goed tot leven kwam
in de tweede helft wanneer hij zijn drumkit meer opzocht namen we er voor lief
bij. Curtis Harding werkte stijlvol zijn Werchter concert af maar had daar nog
iets meer zijn voetafdruk kunnen neerzetten. Het bleef ietsje té ingehouden.
Kaleo had dan weer wat goed te maken na hun afzegging van vorig jaar. Bijna
ging het met technische panne wederom de mist in maar 20 minuten later dan
voorzien konden de IJslanders toch etaleren waarvoor ze zo geroemd worden:
vuistdikke rockers knap met kamvuursongs afwisselen. Air Traffic (❹) gaan weldra wellicht het Guiness Book of Records in met de langste hiatus tussen een debuut
en zijn opvolger en deden die “Fractured life” van ruim 10 jaar terug nog eens
dunnetjes over maar nu zonder dat groen achter de oren en, af te meten aan
enkele prima nieuwe songs, ook met een beloftevolle toekomst voor hen.
Dat kopje Werchterse ontbijtkoffie lieten we dit jaar
gepaard gaan met concerten van Rival
Sons (❸),
de Courteeners (❸),
Millionaire (❹) en Albert Hammond Jr. (❸), een klavertje vier voltreffers dus
waarmee Werchter zijn neus voor uitstekende dagopeners nog maar eens
onderstreepte. Alleen jammer voor de eersten dat ze het met hun status, maar
gelukkig veel goodwill om de
openingsspot toch te aanvaarden, niet naar hun ware merites stonden
geprogrammeerd (begrijp: hoger op de affiche en langer dan 45 minuten speeltijd
toebedeeld krijgen). Couteneers hebben in Manchester en omstreken niets meer te
bewijzen maar kregen via Werchter een kans aangeboden om hier meer grond onder
de voeten te krijgen. Mission
accomplished leek het ons. Als The Strokes dan toch geen voortgang krijgen
in de nieuwe plaat staat wat ons betreft niets in de weg om dan maar van het
solo-pad van Albert Hammond Jr. een succes te maken. Een reeks loepzuivere
drie-minuten rock songs was ons deel bij hem. En bij Millionaire hadden we
vooraf rekening gehouden met een fikse kopstoot, het werd erbovenop nog een
loepzuivere tackle. In tricolore
truitjes en onder leiding van kapitein Van Hamel – De beste gitarist in dit
land vraag u? Dit is hem! – speelde Millionaire in Werchter op Wereldbeker-niveau.
Die hooks, die gitaaruithalen, die
hevig pompende ritmesectie, die spelvreugde,… *gaat zo nog uren door*
Van het deelnemersveld Belgen kunnen we daar enkel Novastar (❹) aan toevoegen. De laatste
passage van Zweegers in Werchter dateerde van 2004, maar dit keer – voor het
eerst! – mocht ie het hoofpodium op. In openers “Wrong” en “Never back down”
was het nog wat aftasten maar eens daar voorbij speelden de heren bij
klaarlichte dag de sterren van de hemel. In die nieuwe bezetting herkenden we
trouwens Reinhard “Das Pop” Vanbergen, als u het ons vraagt, voor Novastar (met
Joost Zwegers) een match made in heaven.
Bijna dag op dag (9 juli) 40 jaar na zijn eerste passage met Talking Heads stond David
Byrne (❹)
opnieuw in Werchter. Niet alleen Gent Jazz, een weekje eerder, maar ook
Werchter kreeg dus één van de spraakmakendste performances van het jaar voor de
kiezen. Knap gechoreografeerd was dit het concert dat Byrne nu ook als
soloartiest op hetzelfde hoge niveau brengt als ten tijde van de Stop Making
Sense film met Talking Heads. Een ronduit verbluffend concert dat net als bij Cave
een paar uren later deze editie in zijn geheel mee verheft tot één van de
strafste die we op ons palmares bijzetten.
Nu dit verslag is gepost kan de vuile was eindelijk in de machine en hangen we een nieuwe scheurkalender aan de
muur die ons dag na dag weer ééntje dichter zal brengen bij de volgende editie.
No comments:
Post a Comment