Thursday, June 13, 2019

Pinkpop (dag 3) Landgraaf (NL) 10/06/19

Als jonge muziekliefhebber kwamen we al vroeg in de jaren ‘80 op het spoor van het Nederlandse Pinkpop. Het zegt iets over de uitstraling die het festival toen al had en waar het, nu het de kaap van 50 edities heeft bereikt, nog steeds trots op mag zijn. Desalniettemin kende het festival ook woelige jaren en was het de Nederlandse concertgigant Mojo die in 1986 Pinkpop van de ondergang redde. Organisator Jan Smeets toeterde in de aanloop naar deze jubileumeditie grote namen (éénmalige reünie The Police) maar die bleken enkel haalbaar te zijn in zijn eigen fantasie. Het illustreert echter de verhoudingen die al jaren bestaan tussen organisatie (Smeets) en programmatie (Mojo). Ook Pinkpop serveerde bijgevolg een blik vertrouwde headliners (Mumford and Sons, The Cure, Lenny Kravitz en Fleetwood Mac) die ook elders voor de volkstoeloop moeten zorgen.
Exclusief zijn dan weer wel enkele lokale helden (Indian Askin , Jett Rebel en DeWolff ❸) die je als Vlaamse festivalganger, slechts enkele kilometers voorbij onze landsgrens, daar te zien krijgt. Alleen die laatsten, nochtans als vervangers ingeroepen voor de Marcus King Band, wisten zich van dit groepje écht te onderscheiden met quasi dezelfde set die we van hen zagen op Kneistival vorige zomer. De tot op de rand volgepakte tent was een kolfje naar de hand van de Hollandse Limburgers met hun retro rock. Hoog tijd dat wij dit fantastische trio alhier eens wat meer een podium gunnen. Ergens weggestoken in een hoekje van het terrein (de “Garden of Love” waar akoestische concerten worden gegeven) trok Ier David Keenan (❹) zich niets aan van de onheilstijding die de stagemanager net voor hem was komen afroepen. Er werd regen verwacht en Keenan zou pas later aan zijn set(je) kunnen beginnen. Hij plugde echter spot-on time in en speelde met ons erbij op zijn kleine podium het soort concert dat een mens maar zelden van zo dichtbij meemaakt. Liedjes en performance hadden een hoog Hansard gehalte, iets waar altijd en overal vrienden mee te maken valt. En al zeker met ons. Zijn “Evidence of living” was er niet bij maar deze David Keenan bleek over nog veel meer moois te beschikken. Onthoud die naam. The Pretenders (❹) toeren ditmaal in het kielzog van Fleetwood Mac voor het derde jaar op rij in Europa en kregen aldus op die manier, 35 jaar na hun vorige bezoek, nog eens een halte aangeboden op Pinkpop. Frontvrouw Chrissie Hynde was in opperbeste stemming en heeft op 68-jarige leeftijd nog niets verloren van hetzelfde talent dat haar eind jaren zeventig naar het sterrendom loodste: haar fantastische stem en tonnen attitude waar in een wedstrijd als The Voice het gebruiken van het woord attitude voor verboden zou moeten worden. Een Pretenders concert kan moeilijk een boog maken rond enkele classics (“Back on the chain gang”, “Don’t get me wrong”, “Message of love”, “Middle of the road”) en de ook nu weer pakkende hommage aan overleden kompanen Pete Farndon en James Honeyman-Scott (“Kid”)  maar verraste in Landgraaf toch met iets nieuws (“Hate for sale”) en enkele minder voor de hand liggende keuzes uit oude platen (“Thumbelina”, “Cuban slide”, “Mystery achievement”). Dat ze met alle anderen van de affiche die rock spelen “wel eens de vloer ging aanvegen!” blufte Hynde halfweg en dat bleken achteraf geen loze woorden te zijn. Daarbij zal ze wellicht wel niet haar vriend Slash (❸) hebben bedoeld want die speelde meteen na The Pretenders in de gietende regen een best genietbaar potje retestrakke hard-rock die de man met de hoed blijkbaar niet verkocht krijgt aan ene Axl Rose maar wel verdienstelijk de wereld rond draagt met Myles Kennedy & The Conspirators. Nochtans liggen “My antidote” en “Anastasia” nu ook weer niet zo ver weg van een “Nighttrain”, het enige G’N’R nummer dat de setlist haalde op Pinkpop. Genoeg gerockt dachten we en checkten nadien Michael Kiwanuka (❹) die zo verklaarde hij zelf wat soul zou brengen “als het goed was voor ons?”. En of. Kiwanuka mag ons sinds zijn tweede plaat immers tot zijn fanclub rekenen en verbaasde ook nu weer door het op een doorgaans luidruchtig festival stil te maken met veel uit zijn “Love & hate” album, hit “Home again” en een - met verve de test doorstaan - nieuwe song uit zijn later te verschijnen derde plaat. Deze Kiwanuka kwam na het weekend als één van de weinigen van op de nevenpodia in de Pinkpop top 25 terecht van de Festileaks site. No more questions your honor.
Bovenaan die top 25 stond dan weer onbegrijpelijk Fleetwood Mac (❷) die met alle moeite van de wereld hun slotconcert van het ganse Pinkpop weekend 2 uur lang op de been hielden. Noch Christine McVie, noch Stevie Nicks slaagden er in hun vocale aandeel veilig te stellen en ook Mick Fleetwood bleek eens te meer, naast dienstdoende ceremoniemeester, ook een remmende factor te zijn op het tempo van een concert. Zijn dodelijk saaie drumsolo had wellicht enkel nut voor naar adem happende collega’s die even de coulissen in konden. Veel klassiekers verschenen op het appèl in Landgraaf (“Dreams”, “Little lies”, “Go your own way”), slechts weinigen hielden de eer van Fleetwood Mac hoog (“Gold dust woman”, “Landslide”). Voor die laatste categorie mocht dan ook nog eens dankbaar in de richting worden gekeken van Neil Finn, de Crowded House voorman die samen met Mike Campbell (ex-Heartbreaker bij Tom Petty) de ontslagen Lindsey Buckingham moest doen vergeten. Wel geapprecieerd en mooi was de ode die aan de overleden Petty werd gebracht in de bissen (“Free fallin”) en het moment dat Finn zijn “Don’t dream it’s over” mocht brengen met Landgraaf als één groot achtergrondkoortje. Maar Fleetwood Mac als geheel: ondermaats.
Als er na zo’n lang weekend nog lucht in de longen van Smeets over was kon hij wanneer het opnieuw stil was geworden op de Draf en Renbaan die kaarsen uitblazen want ook deze vijftigste editie heeft de inmiddels 74-jarige, nu mét standbeeld in Landgraaf, wederom met verve doorstaan.

No comments: