Exclusief zijn dan weer wel enkele lokale helden (Indian Askin ❷, Jett Rebel ❷ en DeWolff ❸) die je
als Vlaamse festivalganger, slechts enkele kilometers voorbij onze landsgrens,
daar te zien krijgt. Alleen die laatsten, nochtans als vervangers ingeroepen
voor de Marcus King Band, wisten zich van dit groepje écht te onderscheiden met
quasi dezelfde set die we van hen zagen op Kneistival vorige zomer. De tot op
de rand volgepakte tent was een kolfje naar de hand van de Hollandse Limburgers
met hun retro rock. Hoog tijd dat wij dit fantastische trio alhier eens wat
meer een podium gunnen. Ergens weggestoken in een hoekje van het terrein (de “Garden
of Love” waar akoestische concerten worden gegeven) trok Ier David Keenan (❹) zich niets aan van de
onheilstijding die de stagemanager
net voor hem was komen afroepen. Er werd regen verwacht en Keenan zou pas later
aan zijn set(je) kunnen beginnen. Hij plugde echter spot-on time in en speelde met ons erbij op zijn kleine podium het
soort concert dat een mens maar zelden van zo dichtbij meemaakt. Liedjes en
performance hadden een hoog Hansard gehalte, iets waar altijd en overal
vrienden mee te maken valt. En al zeker met ons. Zijn “Evidence of living” was
er niet bij maar deze David Keenan bleek over nog veel meer moois te beschikken.
Onthoud die naam. The Pretenders (❹)
toeren ditmaal in het kielzog van Fleetwood Mac voor het derde jaar op rij in
Europa en kregen aldus op die manier, 35 jaar na hun vorige bezoek, nog eens
een halte aangeboden op Pinkpop. Frontvrouw Chrissie Hynde was in opperbeste
stemming en heeft op 68-jarige leeftijd nog niets verloren van hetzelfde talent
dat haar eind jaren zeventig naar het sterrendom loodste: haar fantastische
stem en tonnen attitude waar in een
wedstrijd als The Voice het gebruiken van het woord attitude voor verboden zou moeten worden. Een Pretenders concert
kan moeilijk een boog maken rond enkele classics (“Back on the chain gang”, “Don’t
get me wrong”, “Message of love”, “Middle of the road”) en de ook nu weer
pakkende hommage aan overleden kompanen Pete Farndon en James Honeyman-Scott (“Kid”)
maar verraste in Landgraaf toch met iets
nieuws (“Hate for sale”) en enkele minder voor de hand liggende keuzes uit oude
platen (“Thumbelina”, “Cuban slide”, “Mystery achievement”). Dat ze met alle
anderen van de affiche die rock spelen “wel eens de vloer ging aanvegen!” blufte Hynde halfweg en dat bleken achteraf geen loze woorden te
zijn. Daarbij zal ze wellicht wel niet haar vriend Slash (❸) hebben bedoeld want die speelde meteen na The Pretenders
in de gietende regen een best genietbaar potje retestrakke hard-rock die de man
met de hoed blijkbaar niet verkocht krijgt aan ene Axl Rose maar wel
verdienstelijk de wereld rond draagt met Myles Kennedy & The Conspirators. Nochtans
liggen “My antidote” en “Anastasia” nu ook weer niet zo ver weg van een “Nighttrain”,
het enige G’N’R nummer dat de setlist haalde op Pinkpop. Genoeg gerockt dachten
we en checkten nadien Michael Kiwanuka
(❹) die zo verklaarde hij zelf wat soul zou brengen “als het goed was voor ons?”.
En of. Kiwanuka mag ons sinds zijn tweede plaat immers tot zijn fanclub rekenen
en verbaasde ook nu weer door het op een doorgaans luidruchtig festival stil te
maken met veel uit zijn “Love & hate” album, hit “Home again” en een - met
verve de test doorstaan - nieuwe song uit zijn later te verschijnen derde
plaat. Deze Kiwanuka kwam na het weekend als één van de weinigen van op de
nevenpodia in de Pinkpop top 25 terecht van de Festileaks site. No more questions your honor.
Bovenaan die top 25 stond dan weer onbegrijpelijk Fleetwood Mac (❷) die met alle moeite
van de wereld hun slotconcert van het ganse Pinkpop weekend 2 uur lang op de
been hielden. Noch Christine McVie, noch Stevie Nicks slaagden er in hun vocale
aandeel veilig te stellen en ook Mick Fleetwood bleek eens te meer, naast
dienstdoende ceremoniemeester, ook een remmende factor te zijn op het tempo van
een concert. Zijn dodelijk saaie drumsolo had wellicht enkel nut voor naar adem
happende collega’s die even de coulissen in konden. Veel klassiekers verschenen
op het appèl in Landgraaf (“Dreams”, “Little lies”, “Go your own way”), slechts
weinigen hielden de eer van Fleetwood Mac hoog (“Gold dust woman”, “Landslide”).
Voor die laatste categorie mocht dan ook nog eens dankbaar in de richting
worden gekeken van Neil Finn, de Crowded House voorman die samen met Mike
Campbell (ex-Heartbreaker bij Tom Petty) de ontslagen Lindsey Buckingham moest
doen vergeten. Wel geapprecieerd en mooi was de ode die aan de overleden Petty
werd gebracht in de bissen (“Free fallin”) en het moment dat Finn zijn “Don’t
dream it’s over” mocht brengen met Landgraaf als één groot achtergrondkoortje. Maar
Fleetwood Mac als geheel: ondermaats.
Als er na zo’n lang weekend nog lucht in de longen van Smeets over
was kon hij wanneer het opnieuw stil was geworden op de Draf en Renbaan die
kaarsen uitblazen want ook deze vijftigste editie heeft de inmiddels 74-jarige,
nu mét standbeeld in Landgraaf, wederom met verve doorstaan.
No comments:
Post a Comment