En eigenlijk moeten we ons diep schamen dat deze groep rond de
figuur van Warren Haynes pas nu onze aandacht krijgt terwijl we die al lang geleden
hadden moeten geven. Aan deze kant van de grote plas ligt immers niemand wakker
van The Allman Brothers Band of The Dead (de groep die The Grateful Dead na het
heengaan van Jerry Garcia in 1995 levend hield) maar in Amerika zijn het te
respecteren instituten waarvan die Haynes op de loonlijst heeft gestaan en ginds
daardoor ook met zijn eigen band Gov’t Mule al twee decennia lang een
gevestigde waarde is. Van de man’s kunnen op gitaar vielen ook in de AB monden
spontaan open. Met een verbluffend gemak en véél gevoel vielen bij Haynes alle
solo’s mooi netjes in de plooi, geen noot te veel of te weinig. Daarbij
wisselde hij met zijn kompanen blikken uit om nu eens een nummer neer te leggen
of elders die versnelling mee te geven. Drummer Matt Abts - het type oude
nonkel dat we altijd hadden gewild! – volgde Haynes hondstrouw net als de al
even virtuoze bassist Jorgen Carlson en de vaak heerlijk op Hammond
uitblinkende Danny Louis die zich van de geldende conventies over petjes
omgekeerd dragen op leeftijd niets aantrok.
De groep was allerminst naar Brussel afgezakt om er zich gemakkelijk
van af te maken want de website van de AB kondigde op de dag van gebeuren twee
sets aan waarvan de eerste al ging worden ingezet om half acht. Ook al was het
een kwartier later toen de groep op het podium verscheen en werd iets voor
negen uur een pauze ingelast dan nog kon een groot deel van het publiek 150
minuten relaxed achterover leunen in de extra zittribune die was opgesteld om
zich op hun wenken te laten bedienen met een setlist die het ganse bestaan van
de groep zou overspannen en dag na dag door deze heren wordt verwisseld. Ook
voor ons, als nieuwbakken fans, maakten we zo voor het eerst kennis met 2
“oudjes” (“Bad little doggie” en “Streamline woman”) afkomstig uit plaatwerk
van het vorige decennium die het concert als een lekker broodje classic rock op gang mochten trekken. Om
“Beautifully broken” er bij te hebben hadden we onze ticketprijs zonder morren
met 10% willen verhogen maar de groep, niet op de hoogte van ons aanbod
wellicht…, spaarde het op tot daags nadien in Duitsland. Samen met het
titelnummer kwamen er wel 3 stuks uit de laatste plaat (“Revolution come,
revoluton go”) en waren we ook best tevreden met “Whisper in your soul” en het
naar ZZ Top lonkende “Slackjaw Jezebel”. Met You Tube die er vol van staat
heeft de groep duidelijk ook een reputatie hoog te houden als het aankomt op
het spelen van covers. In de AB namen afgezien van Haynes uitstappen naar werk
dat hij ook ter hand nam met The Allman Brothers Band (een geweldig “King of
bird”, een zalvend “Soulshine”) covers
niet echt de bovenhand. Dat niet Robert Johnson’s “Come on in my kitchen” (als
bis) maar verrassend genoeg wel de véél vroeger op de avond prijsgegeven Mule-interpretatie van Bob Marley’s “Lively up
yourself” daarbij met het meeste applaus ging lopen zouden we zelf niet durven
inschrijven in het scenario van een quasi volbloed blues concert.
Na dit copieus blues en rockmaal weten ook wij wel beter: vanaf nu geen twee hippe paarden meer voor onze kar maar véél liever
één begeesterende ezel zoals deze Gov't Mule!
No comments:
Post a Comment