Na een verfrissende douche (2,5€!) stonden we op vrijdagmiddag vers gewassen in de Pyramid Marquee voor A Brand. Dit Antwerps vijftal zette met een gebalde set nog eens onze stelling kracht bij dat Belgische muziek in geen geval moet onderdoen voor hun buitenlandse collega’s. Deze jongens weten hoe ze een catchy song in elkaar moeten knutselen en brengen dit live met de overtuiging van een kersvers Gaia-lid. Met “Hammerhead” zette A Brand hun tw-passage moeiteloos in ons rijtje hoogtepunten. The Kooks kregen in de vaderlandse pers al heel wat lof toegezwaaid maar onze indruk was ietsje gereserveerder. Het staat natuurlijk altijd leuk in een verslag om één hippe band er uit te pikken die, net terwijl de massa elders vertoeft, iets memorabels heeft verricht in de tent maar in het geval van dit brits viertal geldt geenszins het Franz Ferdinand effect van editie 2004. Wij hoorden hooguit een jeugdig (slordig) groepje met nog groeipotentieel en alvast één geweldig nummer, niet toevallig de singel “Naive”. Met Clap Your hands say Yeah stond vervolgens nog een groepje in de tent dat recent haast uitsluitend kan teren op superlatieven. Met een zanger die de uitstraling heeft van een sanseveria en een stemgeluid dat bepaalde vogelsoorten van een akker kan weghouden konden wij enkel na afloop besluiten: clap your hands say no! Dit gezegd zijnde kan ook het bewijs hebben geleverd dat we geen kenners zijn maar daar liggen we niet van wakker.
Een beklijvend stemgeluid en sfeervolle melodieën gehaakt aan ruigere passages: dit moest Elbow zijn. Deze heren konden zich na het slotakkoord (“Newborn”) terecht laven aan een oorverdovend applaus (het contrast met de 2 eerder geprogrammeerde groepen was frappant). Zanger Guy Garvey was zichtbaar onder de indruk van zoveel respons maar had hier met zijn band 60 minuten lang naar gehengeld middels een handvol parels zéér intens live gebracht. Absoluut prijsbeest: “Station approach”. Je houdt het niet voor mogelijk maar wij voelden koude rillingen op een oververhit festival.
Met Live komt het nooit meer goed. Dit Amerikaans collectief grossierde in foute poses, slechte gitaarsolo’s en een ritmesectie die klinkt als een bouwwerf in hartje Brussel. Het is des te meer jammer deze groep kopje onder te zien gaan als uit hun discografie wel minstens 1 goede plaat is te puren. “Selling the drama” en “I alone” zijn zonder twijfel piekmomenten uit de jaren 90 maar wat ze daarmee tegenwoordig live doen geeft aanleiding tot onmiddellijke opsluiting.
We hadden een beetje hetzelfde gevreesd voor Anouk maar deze vrees bleek ongegrond. Nederlands rockmadam numero uno (te goed voor Pinkpop!) speelde het ditmaal goed uit: ze zong voortreffelijk, hield deze keer haar begeleidingsband goed in bedwang en liet de nummers in hun essentie trefzeker hun werk doen. “One world” raakte onze gevoelige snaar en “RU kiddin’me” ging als een springerig veulen over de wei. Zelfs het wat afgezaagde “Girl” nestelde zich weer goed vast in ons geheugen.
Met de gebroeders De Waele hebben we al jaren een hondstrouwe relatie en nu ze hun laatste rockplaat ook nog eens in een dansversie hebben gegoten blijven we bij de les. Het was de ultieme test voor onze niet zo jonge benen of ze zouden stand houden bij de “Nite versions”. Missie geslaagd na afloop want wat Soulwax niet alleen met onze benen deed in de tent grenst aan de ultieme party-kick.
Voor tw zou The Who bij de aanvang van de jaren 80 een gedroomde afsluiter geweest zijn; helaas was het festival en zijn organisator toen nog iets minder invloedrijk om een dergelijke topper aan zich te binden. Anno 2006 liggen de zaken ietsje anders: het management kwam zelf aankloppen bij de Scheur om The Who te programmeren. Toegegeven: zo’n buitenkans laat je niet liggen. Het valt te betwijfelen of er tijdens het concert van The Who jonge zieltjes gewonnen zijn maar de oudere generatie tw-gangers werd vast en zeker geplezierd met dit optreden. Klassiekers uit het collectieve geheugen werden energiek gebacht en ome Pete demonstreerde uitgebreid zijn armbeweging aan de gitaar en ook Daltrey’s stem bleek minder aangetast door de jaren dan vooraf gevreesd. Het peil van de memorabele avond in Vorst (1997) haalde de groep op geen enkel moment maar tijdens “Won’t get fooled again”, “My generation” en vooral het indringende “Love reign over me” kwamen ze toch weer dicht in de buurt.
No comments:
Post a Comment