We kennen namen die – het hoeft niet noodzakelijk als een probleem beschouwd te worden - al jaren voortborduren op éénzelfde formule. Van Paul Weller kan dat allerminst worden gezegd. Na grote hoofdstukken Britse muziekgeschiedenis (The Jam en The Style Council) ontdubbelt hij nu ook nog eens zijn reeds succesvolle solocarrière in een akoestisch en elektrisch parcours. En alsof dat nog niet voldoende is durven we als trouwe volgeling/bewonderaar van de man ook beweren dat het in beide gevallen zelfs boeiend blijft. In het gezelschap van zijn vaste begeleidingsband (ga naar ‘augustus 2006’) spettert het iets minder dan medio jaren ’90 maar akoestisch sprankelen vele van zijn songs als nooit tevoren. Het oudere werk van zowel The Jam als The Style Council krijgt in deze gedaante een tweede leven en tussen het immense solo materiaal blijken zich plots songs te bevinden die op zijn minst even sterk of nog sterker zijn dan wat je op een doorsnee ‘greatest hits’ zou terugvinden. Als de meester daar met mondjesmaat ook nog enkele van zijn klassiekers aan toevoegt moet je via Ebay al flink boven de prijs geboden hebben om na afloop van zo’n avond teleurgesteld buiten te komen.
Wie Weller een beetje kent weet dat hij graag sleutelt aan zijn songkeuze. Het was deze keer niet anders. Vroeg in de set parkeerde hij het charmante “Here’s one that got away” uit zijn Style Council-periode om even verderop ook “Ghost” op te vissen uit het verre Jam-verleden (album “The Gift” uit ‘82). Opener van de avond “All on a misty morning” (eentje uit 2005) had even daarvoor al in de verf gezet dat de bron van nieuwe Weller songs nog lang niet is opgedroogd. “English Rose” (uit ’78!) bracht ons aan het mijmeren als een vergezicht op zee en met het koddige “I wanna make it allright” (ook al uit die laatste “As is now”) liet Weller het samenspel met zijn hondstrouwe kompaan Craddock perfect op elkaar inhaken. Dat lukte echter niet altijd zoals het geval was in het duo “Pan”/”Wings of speed”. Beide piano ballads kwamen er wat aarzelend uit en Craddock was er onnodig synthesizer laagjes door aan het weven. Er waren links en rechts nog wel wat schoonheidsfoutjes te horen maar geen toeschouwer die er om maalde dus waarom zouden wij. Een bisronde was onvermijdelijk nadat de Handelsbeurs minutenlang collectief was blijven klappen. Nadat Weller het publiek had gecomplimenteerd staken hij en Craddock ongestoord een sigaretje op met de hulp van een aansteker uit de eerste rij. Gezien het huidige anti-rook klimaat viel deze act (met een duidelijke “f**k off”-grijns) niet bij éénieder in de smaak. Niet alleen het nicotinepeil schoot de hoogte in maar ook het concert begon te pieken met 2 uitstekende en voortreffelijk gebrachte Weller classics “Hung Up” en “Out of the sinking”. Het ook op coveralbum “Studio 150” aanwezige “Wishing on a star” kleedde Weller akoestisch mooi in. In de eerste akkoorden van het slotnummer meende het publiek in eerste instantie “That’s entertainment” van The Jam te herkennen maar al snel kwam het besef dat we in “Come on/let’s go” waren terechtgekomen.
Weller’s akoestische hoogtepunt blijft tot nader order Dranouter in 2001. Deze Weller/Craddock avond was niet van hetzelfde niveau als toen maar deed als hongerstiller naar een volgend album wat van het betere concert mag verwacht worden: een tikkeltje verrassen.
No comments:
Post a Comment