Wellicht was onze lente dit jaar iets te herfstig en was het
geen toeval dat we via enkele Twitterende medemensen op het spoor kwamen van
The Antlers. Hun laatste plaat “Familiars” is als een schildermeesterwerk waar
u bij een eerste museumrondje achteloos aan voorbijloopt maar waar pas bij de
derde maal dat u er voorstaat de ware pracht zich begint te openbaren. Een beetje
geduld is dus op zijn plaats voor dit New Yorkse drietal. Op een bedje van
synths, blazers (trompet en bugel) en sobere drums kom je als luisteraar in een
dromerig en melancholisch universum terecht waar ieder detail - een aanslag op één
van de cymbalen bijvoorbeeld - een plaats heeft. Tel daarbij de wat ijle maar
indrukwekkende stem van Peter Silberman en een concert van deze heren zou wel
eens meer kunnen aanleunen bij een soort trip. Om dat te verifiëren stonden we
gisteren in de AB.
De groep aangevuld met slechts één extra toetsenman die ook (tegelijk!)
de trompet hanteerde kwam al vroeg op de avond het podium opgewandeld. Thuis
was wellicht pas Terzake afgerond, in de AB had een halve zaal al in positieve
zin kennis genomen van de zijdezachte stem en glasheldere akoestische gitaar van
voorprogramma Marika Hanckman. In afwachting van haar debuut dook deze Hanckman
dit jaar trouwens ook al op als gastvocaliste op Alt-J’s nieuwe plaat. The
Antlers openden erg knap met het openingstrio uit die laatste plaat. Als we
goed telden haalde op één na alles van “Familiars” de setlist op deze
openingsavond van een nieuwe toer. In die zin werden we als late(re) ontdekkers
van de groep op onze wenken bediend. Het bedwelmende “Revisited”, het jazzy “Surrender”
(“To find the peace within the combat where we’re standing, we have to make our
history less commanding”; eentje om even bij stil te staan in Terzake en
daarbuiten) en het met een licht soulvolle toets ingekleurde “Parade” (vroege
Style Council maar een maatje vertraagd) rekenen we dan ook tot de topmomenten
van het concert. Hoe de groep deze en alle songs zo beheerst bracht was ronduit
indrukwekkend. Dat gold dus evenzeer voor het uit “Burst apart” afkomstige duo “I
don’t want love” en “Putting the dog asleep”, vooral die eerste is een te
mijden song als u emotioneel door verwarrende tijden zou heengaan (of ook juist
daarom niet, u moet er de psychotherapeut maar eens over aanspreken). Ook het
met tristesse gevulde “Refuge” – maar met prachtig getrompetter daar doorheen! –
vervulde ons helemaal aan het einde van de set. Silberman had de zaal al
bedankt voor de amazing luisterbereidheid
(“anders dan de Engelsen”, voegde hij eraan toe) die het publiek aan de dag legde. Na
slotnummer “Epiloque” volgde een stevig applaus en werd de AB club ook nog
eens probably the best club genoemd.
Het kon dus – geheel terecht - niet op wat wederzijdse appreciatie tussen band
en publiek betrof.
Trip of concert? Beide zouden we besluiten.
No comments:
Post a Comment