Begin dit jaar
verscheen na 4 jaar nog eens een nieuwe Waterboys plaat. Verdienstelijk, dat
zeker, maar naast klassieke platen als “This is the sea” of “Fisherman’s blues”
valt die “Modern blues” toch een tikkeltje bleekjes uit. Dat hindert echter de trouwe
(maar stilaan erg grijzende) fanclub niet om systematisch op post te zijn
wanneer Mike Scott en gevolg langs onze contreien komen. Het soort trouw, beste
lezers, die als het al niet van commerciële successen afhangt zeker gegenereerd
wordt door een solide livereputatie waar we , in het geval van The Waterboys, zelf
al meermaals getuige van waren. Na Dranouter afgelopen zomer mocht ook De Roma
in Antwerpen (gisteren) en Brussel (eergisteren) op voorhand dus gerust de
borst al goed natmaken.
De timing van de avond,
die af te lezen viel van de schermen bij het binnenkomen in de foyer van de AB,
verraadde een 2 uur durende set die van wal stak met 2 songs uit die jongste
plaat. Het rechtdoor-rockende “Destiny entwined”
en het boogiende “Still a freak” vervulden
hun rol van gangmakers uitstekend. Een prima avond leek als het breiwerk van
onze oma voor dat paar winterkousen perfect in de maak. Toen Scott de
beginakkoorden van “A girl called Johnny” inzette steeg het soort applaus op
dat enkel wordt gereserveerd voor grote klassiekers en dat was de live uitvoering
vervolgens ook helemaal waard. Scott zong een golf rillingen onze rug omhoog
zoals alleen hij dat kan. Intussen stond ook zijn meest loyale kompaan, fiddle
speler Steve Wickham, al gezwind mee te spelen. Scott mag dan al de meeste
Waterboy credits voor zich nemen, de
factor Wickham is in het geheel niet gering te schatten. Opvallend ook, de man
kwam in Brussel later dan zijn broodheer het podium op en oogstte voor zichzelf
een afzonderlijk en opvallend warm applaus. Scott en Wickham gingen meermaals
schouder aan schouder in het door hen naar grote hoogten gestuwde “We will be lovers”.
De set stond op dit punt op een hoogtepunt maar zette erna – geheel tegen onze
verwachtingen – de daling in. “(It was the) Nearest thing to hip” zorgde nog
voor een amusant tekstregeltje dat door de AB mocht worden mee gescandeerd (“…
in this shithole but it’s gone”) maar miste, sorry @Liessad, wel degelijk de op
de plaat zo heerlijk gearrangeerde blazerssectie. “Rosalind (You married the
wrong guy)” leed onder het soort drammerigheid waar songs vervelend van gaan
worden en “Medicine bow”, uit succesplaat “This is the sea”, leek in
vergelijking met het origineel in de AB plots gedecimeerd tot een demoversie. Met
“Glastonbury song” – te plat gespeeld – en de leuke maar wel erg goedkope cover
“Roll over Beethoven” voelden we de greep op ons nekvel helemaal lossen. Het
geluid – ongewoon voor in de AB – stond overigens al die tijd met veel scherpte
ook niet optimaal afgesteld. Gelukkig dat er nog wat classics achter de hand
werden gehouden maar met het rommelige en erg weirde “The return of Jimi Hendrix” gaf Scott het concert ei zo na het
nekschot. Je zag de AB per noot verstijven, het vergat haast te applaudisseren
aan het einde van de song. Een tot fiddle en piano gestript “Don’t bang the
drum” was daar achteraan erg welkom maar miste de orkaankracht van (alweer) het
origineel. Dat “The whole of the moon” zijn rol van publieksfavoriet vervulde was
helemaal te danken aan de enthousiaste ontvangst, een pak minder aan de weinig
inspirerende versie die het meekreeg. Stiekem hoopten we dat de bissen de avond
nog gingen redden maar dat was met een slordig “Fisherman’s blues” en de
slechts door Wikham geredde Prince cover (“Purple rain”) helaas niet meer het
geval.
In het beste geval delen
we dit Waterboys concert in bij de betere coverbands (waar Scott voor de bissen
ironisch genoeg zelf over grapte), van échte waterjongens hebben we gelukkig al
veel betere dingen gezien.
No comments:
Post a Comment