Wilson toerde tot voor enkele weken nog met Roger Waters
maar sloot begin september haast naadloos aan met nog een reeks concerten onder
eigen naam. Beetje onverwachts toch dat we tussen het handvol data, na de AB
Club eerder dit jaar, nog eens een tweede maal ons land aan troffen. Het concert werd net als in Brussel
opgehangen aan Wilson’s laatste plaat – lelijke hoes dat wel maar top van begin
tot einde – waaruit Wilson eerst ruim een half uur songs putte. Dat ging van
het openlijk met T-Rex flirtende “Trafalgar square” over het prachtige “Me”
naar “Over the midnight”, de eerste singel die begin dit jaar uit het album
werd gelost. De War On Drugs indachtig was die laatste in Antwerpen alvast een stevig
schot voor de boeg (Hebt u hem? Haven, cocaïne,… voor de boeg…). Wilson
bestempelde in die context zijn eigen folk-rock trouwens ook als een soort
“dope” waarmee hij “dealt”. Gelukkig dat de burgervader van t’Stad niet in de
zaal aanwezig was of er hing Wilson een GAS boete boven het hoofd voor het
publiekelijk declameren van dergelijk verwerpelijk taalgebruik.
“Living with myself” kabbelde een beetje te lang voort maar
met “There’s a light” waaide er opnieuw een frisse popwind door de TRIX Club. Lekker
opgewarmd tegen dan schakelde Wilson zijn flower power modus in voor een
overheerlijk “Dear Friend” en “Desert Raven” waarvoor de prijs “Het mooiste
gitaarmotiefje” van de avond werd uitgedeeld. Wilson etaleerde op dit punt in
de set uitgebreid zijn gitaarvirtuositeit en verwees, bij een gebroken snaar,
vol bewondering ook naar de man op zijn T-shirt (Stevie Ray Vaughan) die
volgens de legende op zo’n dikke snaren speelde dat ze voor prikkeldraad konden
dienen. “Sunset Blvd” en het Beatlesque “Myriam Montegue” brachten vervolgens terug
wat intimiteit in de set maar gaven helaas ook gezellig keuvelende toeschouwers
achteraan in de zaal opnieuw alle ruimte. Het was wachten op “Loving you”
(ongewild moesten we hier zelfs wat aan de eighties Chris Rea denken) en vooral
de Fleetwood Mac cover “Angel” (uit het Bob Welch tijdperk) om iedereen terug
bij de les te krijgen. Met een onversneden Elton John akkoord zette Wilson nog het
knappe “49 Hairflips” in om dan te besluiten met het meezingbare “Moses pain”.
De grootse finale van de avond zat in bis “Valley of the silver moon” dat in
een lange en uitgesponnen versie geen seconde verveelde.
Versterkt met zangeres Noami Ludlow (aka Ny Oh), die met
support Davey Horne ook samen een knappe John Martyn cover bracht trouwens, presenteerde
Jonathan Wilson zich in TRIX met een vollere live-sound dan in Brussel eerder
op het jaar het geval was. Voor meer speeltijd (een klein half uurtje) boette
het Antwerpse concert wel een beetje aan spankracht in; volledig te negeren detailkritiek eigenlijk
op een méér dan fijne concertavond.
No comments:
Post a Comment