Daar waar Fish binnenkort in ons land slechts éénmaal aan de
bak moet in het kleine Spirit Of ’66 in Verviers (op 16/11) onderstrepen 6
Nederlandse concerten, waaronder dit in de uitverkochte Ronda zaal van het
prachtige Tivoli complex, nog maar eens de populariteit van hem en zijn oude
band bij onze Noorderburen. Rock van de méér progressieve soort heeft immers sinds
mensenheugenis altijd al meer afzetgebied gevonden boven dan onder de moerdijk.
“Clutching at straws” was in '87 de opvolger van het
conceptuele “Misplaced childhood” dat in de vorm van “Kayleigh” zelfs
onverwachts internationaal hitsucces opleverde en van Marillion in 1985 in één
klap een grote naam maakte. The sky
leek lange tijd the limit te worden tot
de groep en Fish, opgebrand na vele hectische jaren, in ’88 elk hun eigen weg
gingen. Marillion vond in Steve Hogarth een opvolger en Fish doet sindsdien
solo zijn ding. Het conserveren van zijn rijk verleden bij Marillion is daar, getuige deze
concertreeks, een belangrijk onderdeel van geworden.
Met een vijfkoppige begeleidingsgroep achter zich trapte
Fish In Utrecht af zoals hij dat met Marillion ook deed destijds op de toer
voor “Clutching at straws”, met het imposante “Slainte Mhath” gevolgd door “Man
with a stick”, een song van het volgend jaar te verschijnen nieuwe album “Weltschmerz”.
Er zouden nog 3 nieuwe songs de revue passeren (waarvan het lange “Waverley
steps” ons nog het meest boeide) maar die slaagden er ternauwernood in om uit
de schaduw te komen van het succulente werk uit “Clutching at straws”. Zeggen
dat we die karakteristieke drumtoets van Ian Mosley of het magistrale
gitaarwerk van Steve Rotherey niet misten zou gelogen zijn maar het deed ons tegelijk
ook deugd dat Fish na al die jaren toch nog overeind wist te blijven zonder.
Zelf was hij dan ook de tekstschrijver die voor Marillion regels schreef die
tot op vandaag nog steeds tot onze favorieten behoren. “Chalk hearts melting on
an playground wall” (“Kayleigh”) of “On promenades where drunks propose to lonely
arcade mannequins” uit het in Utrecht vroeg gebrachte “Warm wet circles” om er
maar enkele te citeren. Het knappe artwork dat de plaat destijds vergezelde en foto’s
uit het Marillion archief wisselden elkaar af op het grote videoscherm en
zorgden voor dat extra toefje nostalgie die een avond als deze toch dient op te
wekken. Vocaal had Fish opvallend moeite met het ingetogener materiaal van de
plaat (“Warm wet circles”, “Sugar mice”) maar beter verging het hem in het
onheilspellende “White Russian” (over oprukkend antisemitisme) en het mooie “Torch
song”. Mede door inbreng van backing zangeres Doris Brendel (die met eigen band
ook het voorprogramma verzorgde trouwens) was ook “The Last Straw” een méér dan
behoorlijke reproductie van de machtige afsluiter die ook de plaat aan het
einde andermaal naar een hoogtepunt stuwt. Fish hoefde de ganse avond weinig
meer te zijn dan zijn ontwapende en grappige zelf om door Utrecht collectief in
de armen te worden gesloten. Met grappen rond het ouder worden (en hoe moeilijk
het geworden is om met pijnlijke knieën de rock-pose op een monitor aan te nemen)
en verhalen rondom de songs heen bewees Derek William Dick dat Fish, sinds de
hoogdagen met Marillion, al die tijd die innemende (podium-)persoonlijkheid
gebleven is. Een dubbele bisbeurt met het vooral bij Marillion-“Freaks” bekende
“Tux on” en het door de volle zaal enthousiast mee gescandeerde “Incommunicado”
besloten het concert dat in onze ratings een 10 voor nostalgie kreeg en een
mooie 7 voor het muzikale gebodene. Als we met zo’n cijfers op ons rapport in
1987 thuis bij vader en moeder kwamen waren we voor minstens drie dagen van een
opperbeste stemming verzekerd.
Nog één regeltje
die de thematiek van het album en onze avond in Utrecht mooi illustreert:
“So if you want my address - It's number
one at the end of the bar - Where I sit with the broken angels - Clutching at
straws and nursing our scars”. En toch hebben we genoten, daar hoeft
u niet aan te twijfelen.
No comments:
Post a Comment