In een zaal waar slechts een handvol mensen hadden postgevat
vatte The Record Company hun set aan en dat zullen de vroege aanwezigen zich
niet hebben beklaagd want het trio uit L.A. nam met “Baby I’m broken” en “On
the move” een intense start. Frontman Chris Vos – een man met een “werkmens”-petje
– heeft een stem die ook zonder megafoon op elk dorpsplein een pak omstaanders kan
toespreken en speelt daarnaast zowel gitaar als mondharmonica. En met dat mondspel
erbij maken deze platenjongens vooral in songs als “On the move” en “It’s getting better (and i’m feeling it right now)” het verschil. Want laat u zich door hun niet onaardige maar wel wat
gladgeschuurde laatste plaat niet misleiden, in een concertzaal
transformeren deze heren hun sound pas écht tot de opwindende cocktail van rock
en (delta) blues die er in huist. “Off the ground” had in de AB een hoog
Morphine gehalte maar Vos voegde er met een stevige scheut lapsteel nog een
extra dimensie aan toe. Toen de groep met het stampvoetende “Life to fix” (net voor uitsmijter "It's getting better") naar het einde van hun set ging wemelde het al van de superlatieven in
ons hoofd om die eerste vijf sterren review van 2019 uit onze pen te laten
vloeien. The Record Company is dan ook by
far het meest opwindende (live-)groepje dat we de laatste jaren hebben
mogen ontdekken.
Wie The Record Company laat voor gaan is
zéker van een opgewarmde zaal, maar weet ook – en dat is ons advies na maandagavond
in de AB - dat er daarna diep zal moeten worden gegaan om er nog over te geraken. Trombone
Shorty en zijn Orleans Avenue hadden op dit punt duidelijk al voor hetere vuren
gestaan en zorgden er voor dat met het openingstrio “Where it at”, “Buckjump” en “It ain’t
no use” de zaal op het half uur (spreekwoordelijk) al kniehoog in het zweet
stond. Vooral die laatste keuze, een song uit 1974 van streekgenoten The Meters,
was een welgemikt schot in de roos waar geen mens in de AB onbewogen kon bij
blijven staan. Dat deze Trombone Shorty naast eigen werk minstens even goed
schittert met het werk van een ander bewees hij ook met Allen Tousaint’s “On
your way down” en het vooral van Louis Armstrong bekende “On the sunny side of
the street” dat in de AB de lente 3 dagen vroeger dan de kalender die dag aangaf deed
starten. Erg leuk en wat cross-over met rock – we moesten even aan het
knotsgekke Fishbone van destijds denken – was ook “Suburbia” waar gitarist Pete
Murano wijdbeens als riff-meister zich ongegeneerd mocht uitleven. Zo ging het
zowat met ieder groepslid want broodheer Shorty gunde in de AB iedereen zijn
solo-spotje. Dat dat in concerten als deze op het gevaar af is van wat rek uit
het concert te halen - zό lang moest nu ook wéér niet geblazen worden op die
bariton sax… - namen we er voor lief bij. De ruimte die backings Tracci Lee en
Chrishira Perrier in het extra lang uitgesmeerde “Lose my mind” toebeeld kregen
kon ons dan weer wél bekoren maar dat had mogelijks ook met andere troeven te
maken. Wanneer Trombone Shorty in “Hurricane season” dan zelf één noot oprekte
tot boven de minuut bereikte de verbazing voor de man’s talent in Brussel en
dit concert zijn absolute hoogtepunt. 5 dagen na de feiten zit die fikse toeter
in onze oren er trouwens nog. Says it all me dunkt.
No comments:
Post a Comment