Zangeres Susan Tedeschi zet zich met haar gouden stembanden
tussen Bonnie Raitt en Janis Joplin in en gitarist Derek Trucks is in
gitaarmiddens een te respecteren man die zijn sporen al verdiend heeft naast
Eric Clapton en bij The Allman Brothers Band. Op hun plaatwerk – recent voegden ze daar nog
het mooie “Signs” aan toe – bakenen ze de fraaie songs mooi af binnen de
beperkte tijdslimiet van hun geluidsdrager maar in Brussel gooiden ze met een
flink uit de kluiten gewassen, 10 koppen tellende, backing band (inclusief 2 drummers, 3 blazers én een
achtergrondkoortje!) alle remmen los en werden ook een karrevracht covers de
set binnen geloodst die ze stuk voor stuk moeiteloos naar hun hand wisten te
zetten. Het motto in een Tedeschi Trucks concert is daarbij duidelijk dat bij
de uitvoering niet op een minuutje méér of minder wordt gekeken en het méér dan
eens lijkt alsof ze, met onderweg hier en daar nog wat solo-spots, het
slotakkoord à la moment nog wat kunnen uitstellen. In tegenstelling tot wat een
mens zou vrezen - dat haalt de spanning van een concert alleen maar omlaag –
slagen Tedeschi en Trucks er moeiteloos in dat te omzeilen en uit die spontaniteit
zelfs muzikale magie te puren. Ze zijn daarin de spreekwoordelijke uitzondering
op de regel, geloof ons. Overigens, in een wereld waarin concerten vaak een
toer lang volgens een vooraf uitgestippeld pad lopen verschilt bij hen avond na
avond ook de songkeuze. Op dit moment zitten ze aan een verbazend arsenaal van
60 (zestig!) songs waaruit ze voor de AB een selectie van 15 stuks weerhielden.
Iemand zal ons ervoor in bescherming moeten nemen wanneer een volgende toer in
onze contreien wordt afgekondigd want dit procedé garandeert in elke stad een
andere concert…
Tot hoog in het balkon nam Susan Tedeschi, knie omhoog
wanneer ze de hoge noten pakte, al van bij de start de AB stevig bij het nekvel
met “Shame” en het compact gehouden “High & Mighty” dat met krolse blazers
knap naar zijn einde werd geloodst. Ook Trucks liet niet na zijn klemtoon op elke
song te leggen en soleerde losjes uit de pols mee met keer op keer een golf van
applaus die – te midden het nummer zelfs - door de zaal trok. Uit het
achtergrondkoortje onderscheidde vooral Mike Mattison zich die in Dylan’s “Down
in the flood” van Tedeschi en Trucks alle ruimte kreeg om zijn kwaliteiten aan
de AB te laten horen. Elkeen kreeg, over de ganse set bekeken, trouwens wel zo’n
moment aangeboden. Zo loodste Kebbi Williams met een knotsgekke sax-solo in “Don’t
know what it means” de ganse groep naar een uitbundig “The Letter” (The
Boxtops). Bij een door Tedeschi fenomenaal mooi gezongen “Midnight in Harlem” en
Trucks die het nummer de hemel in soleerde kneep onze keel van zoveel
schoonheid helemaal dicht. Ook met het in Aretha-soul
badende “Let me get by”, met duizelingwekkende Hammond solo, en “Part of me” lag
dat Harlem plotsklaps een stuk dichter bij Brussel dan onze Google Maps
normalerwijs aangeeft. De ultieme “Soul sacrfice” deden Tedeschi en Trucks echter
in slotnummer “I want more” met een stuk uit de gelijknamige Santana classic.
Toen na 2 uren laveren langs de beste rhythm, blues en soul-wegen enige bis “Space Captain”, een
hippie-anthem dat Joe Cocker ook bracht tijdens z’n legendarische “Mad dogs and
Enlishman” toer, het concert naar zijn laatste hoogtepunt loodste leek het
alsof de teletijdmachine helemaal open was geklapt naar het 1969 van Woodstock.
Het is wellicht geen zicht, en érg ongemakkelijk voor zure omstaanders, maar van
zo veel good vibes (het nummer roept
op tot leren samenleven), stralen we 4 dagen na datum nog. Vergeet dat Wellness
arrangement, onze ziel werd gezuiverd door deze Tedeschi Trucks Band.
No comments:
Post a Comment