We kennen mensen met groene vingers die beweren dat gras van goede kwaliteit altijd terug keert dus voor wat het Britse Supergrass na een hiatus van bijna 10 jaar betreft kunnen we hen alleen maar volmondig gelijk geven. De muzikale meningsverschillen van destijds werden september vorig jaar bijgelegd op het dankfeestje voor alle Glastonbury medewerkers waar Supergrass als special guest de avond een exclusief tintje mocht geven en verrassend genoeg meteen ook een voldragen reünie wereldkundig maakte. Daags nadien gingen concerten voor 2020 in voorverkoop en dat zorgde al zeker in Engeland voor een rush op kaartjes. Aangezien de groep alhier in hun actieve jaren vooral in kleinere zalen (en ook enkele keren voor Werchter) werd geboekt vonden we het niet onlogisch dat de Ancienne Belgique vorige woensdag niet uitverkocht, maar toch “goed gevuld” was. Een bevestiging op zijn minst dat Supergrass nog steeds een naam met enige weerklank is.
Het trio maakte opgang medio jaren ’90 met een hyper kinetische – zeg maar “springerige” – variant van de toen heersende Britpop. In het geval van Supergrass moest je niet, zoals bij Oasis of Blur, voor of tegen zijn, iedereen nam ze er gewoon bij en hun ‘Alright’ genoot destijds, anders dan dat rekeningrijden vandaag, een opvallend breed draagvlak. Dat bleek 25 jaar later in hun Brusselse reünieconcert nog geheel intact te zijn gebleven maar er was nog meer dan dat ene hitje. Zonder afbreuk te willen doen aan de afzonderlijke albums excelleerde de groep toch vooral in het afleveren van knappe singels en daarvan ontbraken er weinig in de Ancienne Belgique (voor de setlist fetisjisten onder U: helaas wel het mooie ‘St. Petersburg’). Het concert putte dan ook royaal uit de voor deze reünie samengestelde compilatie ‘Strange Ones’ die recent – met een erg mooi dubbelalbum op vinyl trouwens – werd uitgebracht. Met in onze herinnering een aan alle kanten rammelend maar erg energiek concert in de Molenbeekse Vaartkapoen, ten tijde van debuut ‘I should Coco’, genoten we nu toch volop van een groep die beheerster voor de dag wist te komen. Die jeugdige “sturm und drang” is best charmant maar het staat soms wat techniek in de weg. Op dit punt in deze review knikt ons madam instemmend mee. Bijgevolg klonken ‘I’d like to know’, ‘Time’ en ‘Mansize rooster’ live beter dan ooit tevoren en telden we onze winst met dit reünieconcert al uit na amper een half uur speeltijd. Daarin ook het titelnummer van hun tweede ‘In it fort he money’ dat toch – ferme knipoog als u het ons vraagt – eventjes mist spuide over de vraag of ook deze reünie niet is ingegeven door financiële motieven. Met op het zicht af muzikanten die met genoegen het podium met elkaar deelden in Brussel was er niets om daar ook maar één moment aan te twijfelen.
Supergrass staat bij velen wellicht synoniem voor snedige Britpop-songs maar blonk in Brussel tijdens ‘Moving’, ‘Low C’ en ‘Late in the day’ even goed uit in gelaagder werk, songs die een enorme “Beatle”-muzikaliteit en oog voor detail aan de dag leggen waarbij ook het aandeel van het nu officiële vierde groepslid, toetsenman Rob Coombes, minstens evenredig was aan de rest. Met ‘Sun hits the sky’, ‘Lenny’ en ‘Pumping on your stereo’ maakte Supergrass hun set mooi rond waarna de AB zich mocht opmaken voor een minstens even opwindende bisronde met ‘Caught by the fuzz’, ‘Bad blood’ en ‘Strange Ones’.
Twee jaar terug leek zanger Gaz Coombes (inderdaad broer van de toetsenman) dankzij een knappe derde plaat ‘World strangest man’ solo pas echt goed gelanceerd maar met deze verrassend frisse reünie van Supergrass stelt hij zichzelf ongetwijfeld voor een moeilijk dilemma. Wat ons betreft is er dan ook maar één optie: op beide fronten verder.
No comments:
Post a Comment