In
afwachting dat het live gebeuren zich herneemt gaan we terug in de tijd. We
zijn graag onderweg - in het algemeen, en in het bijzonder naar concerten - en
daarbij is muziek onze trouwste metgezel. We pikken alfabetisch platen uit onze
collectie en mijmeren achter het stuur over concerten die we van de gekozen
bands of artiesten al of niet hebben bijgewoond. Vervolgens belandt dat in een
stukje hier en op Spotify levert dat een afspeellijst op. Vandaag de ‘D’, we
zien wel hoe ver we geraken. Als de zalen weer open gaan is het hier gedaan en
krijgt u weer de vertrouwde verslagen. Als het aan ons ligt “the sooner, the
better”. Tussen haakjes vermelden we de jaartallen wanneer we de groep of
artiest in kwestie live hebben gezien.
Als u ons vandaag vraagt naar een voorstelling van dat eerste post-lockdown concert dan horen we smerige gitaren bovenop een goed gebetonneerd fundament van bas en drums, stellen we ons een clubzaal voor gevuld met het aroma van verschraald bier en zien we over de hoofden van de rijen die voor ons staan de Nieuw-Zeelandse Datsuns (’05, ’08) van jetje geven. De groep heeft al geruime tijd geen teken van leven meer de wereld ingestuurd, misschien dat de ophokplicht van het voorbije jaar hen weer goesting heeft doen krijgen. The Dead Weather (-) beantwoord aan de definitie van een supergroep want U treft er Alison Mosshart van The Kills in aan én, bekend van The White Stripes en hemzelf, Jack White (’12, ’18). White zet ook tijdens zijn soloconcerten haast altijd ‘Cut like a buffalo’ op de setlist, een nummer van The Dead Weather dat steevast voor een hoogtepunt zorgt. Voorbij een wegblokkade van de goede smaak-politie geraken ze niet maar dat houdt ons niet tegen om af en toe nog eens ‘Hysteria’ van Def Leppard (’93) uit 1987 op te zetten. Pas 6 jaar later en door grunge inmiddels kampend met hun eigen (ir)relevantie kwam de groep het succes van die plaat live verzilveren in Vorst. Tikkie te laat vonden we dat toen. Het Schotse Del Amitri (-) komt uit een gans andere muzikale hoek maar strikten we nooit live. Het spreekt in ons voordeel dat ze amper op een Belgisch podium hebben gestaan ondanks dat ze best wel wat naambekendheid hebben vergaard via een rij leuke radiohitjes tussen 1985 en ’95. Van boegeroep naar gesmaakte afsluiter op s ’lands grootste festival, dan hebben we het over Depeche Mode (’85, ’06, ’13). Maar frontman Dave Gahan (’05) mag in onze live-memoires solo met een deel van dat rijke oeuvre ook niet onvermeld blijven. Voor wat Aussie rock geven we doorgaans altijd thuis al misten we wel Johnnie Diesel (-) in dat ene gloriejaar van hem en zijn Injectors (1989). Ook over de gloriejaren van Dire Straits (-) kunnen we niet uit eerste hand getuigen. Gelukkig deed Mark Knopfler solo (’01, ’11) met ‘Romeo & Juliet’ of ‘Telegraph road’ vaak op het menu niet al te veel moeite om zijn roemrijke geschiedenis uit de weg te gaan. Alleen wie daarbij een hoog arena-rock gehalte verwachtte zoals op het Dire Straits live album ‘Alchemy’ kwam bedrogen uit. Midden jaren ‘90 staken met Britpop ook heel wat kleinere namen plots het kanaal over. Dodgy (’97) verdiende zeker het predicaat ‘Good enough’, meteen ook de titel van hun belangrijkste singel uit die (korte) succesperiode. Uit hetzelfde tijdvak dateert ook de samenwerking van Dr. John (-) met Paul Weller en diens begeleidingsband voor het album ‘Anutha zone’. De Dokter overleed in 2019 wat ons, hoe pijnlijk ook dit nu te moeten beseffen, definitief verwijst naar het online archief om de man nog op een podium aan het werk te kunnen zien. Wanneer een groep er het bijltje bij neerlegt of voor jaren de pauzeknop ingedrukt houdt zijn nog afzonderlijk toerende groepsleden vaak de enige uitweg. Zie eerder Dire Straits maar ook Drinin N Cryin (-) en hun frontman Kevn Kinney (’07). Dat een zaal als de Gentse Handelsbeurs jarenlang een podium bood voor dit soort namen was een zegen voor ons. Helaas valt dit op vandaag niet meer te zeggen. Voor onszelf te rekenen als één van de weinige voordelen van ouder worden is onze gestaag toegenomen liefde voor het werk van Bob Dylan (’90, ’11, ’17). Onze encounters met de nu bijna 80-jarige troubadour gaan dan ook van “het gaat aan ons voorbij” over “aandachtig luisterend” naar “volop genietend”.
No comments:
Post a Comment