In
afwachting dat het live gebeuren zich herneemt gaan we terug in de tijd. We
zijn graag onderweg - in het algemeen, en in het bijzonder naar concerten - en
daarbij is muziek onze trouwste metgezel. We pikken alfabetisch platen uit onze
collectie en mijmeren achter het stuur over concerten die we van de gekozen
bands of artiesten al of niet hebben bijgewoond. Vervolgens belandt dat in een
stukje hier en op Spotify levert dat een afspeellijst op. Vandaag de ‘E’, we
zien wel hoe ver we geraken. Als de zalen weer open gaan is het hier gedaan en
krijgt u weer de vertrouwde verslagen. Als het aan ons ligt “the sooner, the
better”. Tussen haakjes vermelden we de jaartallen wanneer we de groep of
artiest in kwestie live hebben gezien.
Singer-songwriter Steve Earle (’99, ’18) bevond zich medio
jaren ’80 in de slipstream van The Boss en John Mellencamp maar de Amerikaan
liet tweemaal na om onze hoog gespannen verwachtingen live in te lossen. In het
gezelschap van Del McCoury werd een overdosis bluegrass ons in de AB ooit eens
te veel en het Antwerpse Openluchttheater na amper 75 minuten zonder toegift in
de kou laten staan vonden we ook niet erg sympathiek. Echo & The
Bynnymen (’87, ’98) hielden in de eighties qua succes niet langer gelijke
tred met U2 en Simple Minds waarna ze het vertrek van zanger Ian McCullogh in
1988 niet meer te boven kwamen en hun roemrijkste periode voorgoed achter zich
lieten. De reünie vanaf 1997 veranderde daar wat ons betreft niets aan. In
plaats van oren en ogen te richten op Elbow (’06, ’09, ’11, ’17, ’19) keek de
vaderlandse muziekpers zomer 2006 vooral naar The Kooks. Een ‘Mercury Music
Prize’ later veranderde dat en werd Elbow ook bij ons de hemel in
geprezen en kleefde aan Guy Garvey voorgoed het aura van sympathiekste aller
frontmannen. Minutenlang applaus volgend op – jawel! - ‘The look you gave that guy’
tijdens het inmiddels legendarisch geworden concert van zijn groep in de tent
der tenten, de Marquee, van Werchter ontlokte bij Mark E van Eels (’96,
’11) de reactie “I feel like a Beatle”. Melissa Etheride (’88, ’92, ’94)
zou poster-gewijs niet misstaan hebben in onze tienerkamer, onze bewondering
voor de Amerikaanse stond toen immers op een zowel muzikaal als hormonaal
hoogtepunt en leidde ons 3 maal tot in de voorste regionen van de Brielpoort in
Deinze en Vorst-Nationaal in Brussel. Van onze hoofdstedelijke concertzaal
schieten in deze reeks wel meer goede herinneringen door het hoofd. Er zijn
jaren geweest waar we ons de verplaatsing ernaartoe hebben getroost louter
omwille van het voorprogramma. Zoals toen het groepje van voormalig Thin Lizzy
toetsenman Darren Wharton, Dare, mocht aantreden als support voor Europe (’89, ’92, ’04); de hoofdact
gingen we “onderweg naar de uitgang” wel op zijn waarde schatten. Na het
openingsnummer keerden we al op onze stappen terug want de Zweden bleken ver
boven onze vooroordelen uit te stijgen. Eender welke MC die wat festivalminuten
mag opvullen grijpt maar al te graag naar de House Of Pain hit ‘Jump around’. Het
overkwam ons al meermaals, méést uitbundig tijdens het Lauren Hill concert op
Pinkpop in 1999. Voormalig lid van House Of Pain Everlast (-) en op dat
moment solo erg succesvol, stond trouwens enkele weken later netjes in de
Werchterse Marquee geparkeerd tussen Wilco en Lamb. Van ons echter geen spoor
daar. Toen we 2 jaar later wel op de afspraak waren voor de man waren de rollen
omgekeerd. Het Nederlandse Postmen viel in voor de afwezige Amerikaan.
No comments:
Post a Comment