In
afwachting dat het live gebeuren zich herneemt gaan we terug in de tijd. We
zijn graag onderweg - in het algemeen, en in het bijzonder naar concerten - en
daarbij is muziek onze trouwste metgezel. We pikken alfabetisch platen uit onze
collectie en mijmeren achter het stuur over concerten die we van de gekozen
bands of artiesten al of niet hebben bijgewoond. Vervolgens belandt dat in een
stukje hier en op Spotify levert dat een afspeellijst op. Vandaag de ‘G’, we
zien wel hoe ver we geraken. Als de zalen weer open gaan is het hier gedaan en
krijgt u weer de vertrouwde verslagen. Als het aan ons ligt “the sooner, the
better”. Tussen haakjes vermelden we de jaartallen wanneer we de groep of
artiest in kwestie live hebben gezien.
Wij behoren tot het soort mensen dat zich, als het gaat over concerten van jaren terug, nog herinnert wie het voorprogramma verzorgde. In het geval van Tom Petty was dat ene Jeffrey Gaines (’92) die de ondankbare taak had om in zijn ééntje een goed gevuld Vorst-Nationaal op te warmen met breekbare coming of age liedjes. Of dat toen gelukt is kunnen we ons niet meer haarscherp voor de geest halen, wel dat we nadien de mans debuut hartstochtelijk in de armen hebben gesloten. De Ierse gitaarheld Rory Gallagher (-) kwam in ons leven toen we medio jaren ’80, en al flink gebeten door het concertvirus, zijn ‘Live in Europe’ voor nader onderzoek ontleenden uit de bibliotheek. Samen met het in ’79 opgenomen ‘Stage struck’ (onze favoriet) en ‘Irish Tour ‘74’ maakt het van Gallagher dé man die uitsluitend met uitmuntend live werk vertegenwoordigd is in onze collectie en waarvan we onnoemelijk veel spijt hebben dat we hem nooit live hebben gezien. Dat geldt in mindere mate voor Galliano (-) al scheelde het weinig toen de Britse formatie in 1994 comfortabel meegolfde met tal van Acid Jazz bands en daags voor de grote dag mocht aantreden op het campingfestival van Rock Torhout; wij stonden voor die editie echter in Werchter waar een affiche zonder Galliano was samengesteld. In die 40 jaar dat we ons een regelmatig concert- en festivalbezoeker mogen noemen kunnen we ons amper ongeregeldheden herinneren. Doorgaans is een gevoel van verbroedering ons deel wanneer we een weide of zaal betreden. Voor enkele protagonisten die met een gelukkig kort handgemeen de goede vaart uit een Gaslight Anthem (’10, ’11, ’13) concert haalden geldt dan ook geen enkel excuus. Of het moet de zoveelste weinig originele Bruce Springsteen vergelijking over de groep geweest zijn die een wijsneus met zijn buurman of -vrouw die avond wou delen. Gelukkig was er The Australian Pink Floyd Show (’09, ’10) om onze honger aan de échte Floyd gestild te krijgen tussen “the real deal” (’89) en die onvergetelijke avond met David Gilmour (’16) in het Franse Nimes. Als de kopie nog amper te onderscheiden is van het origineel kunnen covergroepen bij gebrek aan het origineel – geen goesting, gesplit of te oud om nog te toeren - hun waar immers ook gerust bij ons kwijt. Het Britse Gene (-) is weliswaar geen covergroep maar als het op de hoes aankwam trok het toch, gewild of ongewild, veel Smiths adepten naar zich toe. Niettemin had hun ‘Olympian’ best een eigen gezicht en is het één van die platen waar we sinds dit wederhoren erg enthousiast over geworden zijn. Jammer dus dat we ook hen destijds niet hebben gekozen uit de stoet van Britpopgroepen die de Molenbeekse Vaartkapoen hebben bezocht. Om aan de toenemende vraag naar Amerikaanse gitaargroepen te voldoen hees platenfirma A&M in de vroege jaren ‘90 wellicht de Gin Blossoms (’96) aan boord. U stoot zich geen buil aan een album als “Congratulations, I’m Sorry” en ook over onze aanwezigheid op dat ene Belgische concert dat de heren op hun C.V. hebben staan voelen we jaren later geen verontschuldigingen opborrelen. Een eerste bloeiperiode van Fleetwood Mac heeft oprichter Mick Fleetwood vooral te danken aan Peter Green (-). ‘Oh well’ is uit die periode een overblijfsel van zijn hand, een nummer dat ook lang nadat Green de groep al had verlaten een hoogtepunt bleef tijdens concerten van Fleetwood Mac (’90, ’19). Eéntje in het wild is te mijden, dus werd het met dank aan @liessadd die ons op de dag van het concert met 2 vrijkaarten in de hand “last minute” meelokte een Grizzly Bear (’12) in de AB. Behalve een wat grillige beer onthouden we van die avond vooral ook – jawel, de cirkel van deze blogpost is rond… – voorprogramma Villagers (’12, ’13, ’19), Ieren die we een jaar later op nog indrukwekkendere wijze terugzagen in eigen stad.
No comments:
Post a Comment