Zeggen dat er eindelijk licht aan het eind van de coronatunnel is lijkt nog wat voorbarig. Daarvoor is die dekselse Delta variant op dit eigenste moment de dichtheid van dat restje beschermingsmaatregelen en de dam die het vaccin opwerpt nog aan het uittesten. Niettemin leken we op Gent Jazz alsook in Werchter, in vergelijking met nog voorzichtere initiatieven van vorige zomer, toch weer een stapje dichter bij wat wij verstaan onder het begrip ‘concert’. Ook al werden we opnieuw in z’n bubbel gekooid, toch overheerste 2 maal een gevoel van voldoening er bij geweest te zijn.
Voor ons eerste kippenvel moment na 10 maanden
tandenknarsend concertloos thuiszitten rekenden we alvast op Nordmann.
Het had onder de immense tent in de tuin van de historische Bijloke site dan
ook de wat kille wind kunnen zijn die hier voor zou zorgen maar - 100% affirmatief
- het was wel degelijk “frontman” Mattias De Craene zijn knappe saxofoon solo
in ‘Cascade(s)’die dit voor elkaar kreeg. Het nummer staat op hun laatste plaat
‘In velvet’ die bij het verschijnen lovende recensies ontving en daarmee ook
vele eindejaarslijstjes (inclusief het onze) haalde. In het volstrekt
instrumentale universum waar de groep jazz met (post-)rock laat bestuiven is luisteren,
al zeker op een festival, ook een beetje een inspanning maar de groep heeft
genoeg lichtvoetige toetsen in huis om ruim een uur te kunnen boeien. Daarbij
helpt ook het filmische karakter van de songs en melodieën die in staat zijn
ontroering op te wekken (het eindeloos mooie ‘Submarine’). U weze gewaarschuwd
voor als u de groep deze zomer nog tegenkomt. Aangetrokken door het
overrompelende succes dat Brihang in Gent te beurt viel (een
West-Vlaming in de Arteveldestad, het is toch ook een beetje een thuismatch…)
hebben we ons de LL Cool J uit Knokke ook laten welgevallen. Echt fan zijn we
niet geworden, daarvoor leken voor ons alle nummers te veel op elkaar en is de muzikaliteit
van wat Brihang doet ons wat te schraal maar een performance was het wel.
Een dag later, en met de zon van de partij, werd door Emma
Bale in Werchter dan weer op een andere stemming bij ons gemikt, ontegensprekelijk
één van plastieken makelij. Hoe goed de Vilvoordse ook haar best deed om als
een te respecteren zangeres over te komen, op Werchter Parklife slaagde ze er bij
ons alvast niet in om haar te geloven. Alleen met de autotune afgezet en een begeleidingsgroep
die omschrijving méér waardig zou blijken wat deze jongedame echt in huis heeft.
Nu serveerde ze een lauwe hap die veel weg had van wat goedkope Billie Eilisch.
In alles waar Bale voor ons onder de maat bleef, excelleerde nadien Blackwave.
Het Antwerpse duo, dat voor ons al met grote onderscheiding debuteerde op Pukkelpop vier jaar geleden,
bewees in Werchter inmiddels te zijn opgeklommen naar de kopgroep van de
vaderlandse bands. Veelzeggend was dat niet blazers uit een doosje maar van
vlees en bloed deel uitmaakten van de zeskoppige band die het duo in Werchter
vergezelde. Immers, alleen zo wordt soul en funk op de goede manier
geïnjecteerd en is het urban geluid van hun knappe debuut ‘Are we still
dreaming?’ live verzekert van een opwaardering. Op het met zand gevulde
Werchter Parklife miste dit alles vrijdagavond dan ook zijn (strand-)effect
niet. Perfect op de toegewezen vierkante meters werd in bubbel gaandeweg dan
ook alsmaar uitbundiger gedanst. Het kan niet anders of dit Blackwave mag
weldra verder weg van “t’Stad” gaan spelen want wat ze op Werchter voorschotelden
had niet alleen internationale allure, het overklaste ook vele genregenoten. Het
is hier dan ook per direct gedaan om altijd met zo een Anderson.Paak uit te pakken,
Blackwave is “da shit” man!
No comments:
Post a Comment