Sunday, August 22, 2021

Onderweg van A naar Z (M): alfabetisch door onze collectie en concerten (1981-2020) deel 12 (slot)

Met de AB die zijn deuren in september weer open gooit – we kunnen het haast niet geloven… – en enkele festivals die al covid-safe terug hebben plaatsgegrepen is het hier niet langer meer nodig om achterom te kijken. Met plezier gaan we dus komende maanden onze agenda opnieuw met concerten overal ten lande laten vollopen en daar zullen we hier als vanouds verslag van uitbrengen. Daarmee komt aan deze reeks dus nog ver voor de finishlijn (met de letter ‘Z’) een einde. We stranden op de ‘M’. Op Spotify (en in onze wagen dus) gaan we nog door maar op deze blogstek is het gedaan. U was een fijn en geduldig publiek, hopelijk blijft u op post voor het “echte werk”.

Wie in het Britse Birmingham zoekt naar het muzikale middelpunt tussen de zwaarte van Black Sabbath en het melodieuze van Jeff Lynne’s Electric Light Orchestra komt vast en zeker bij stadsgenoten Magnum (’88) uit. De groep, ondertussen ook al eens gesplit en (deels) herenigd, is al lang over zijn hoogtepunt heen maar het benieuwd ons wel of hun concerten in kleine zaaltjes nog steeds gelijken op de hoogmis die we er ooit eens van beleefden in de Gentse Vooruit. Als het op een devote aanhang aankomt kennen Manic Street Preachers (’98, ’99, ’12, ’16, ’18) weinig gelijken. Keer op keer is het live verbroederen en verzusteren terwijl luidkeels “We only wanna get drunk” wordt meegezongen (in ‘A design for life’). Heerlijk! Een “heerlijk” activistisch sfeertje treft u dan weer bij Parijzenaar Manu Chao (’06) die eerder ook al Mano Negra (’90) leidde en via zijn muziek en concerten graag wat belanghebbende thema’s als migratie en mentale gezondheid onder de aandacht brengt. Iets waar wij alvast niets op tegen hebben. In andere sferen verkeerden we telkenmale bij progrockers Marillion (’87, ’91, ’94, ’05) die, na eind jaren 80 commercieel fel in opmars te zijn geweest, met nieuwe frontman Steve Hogarth in eigen beheer op een lager echelon hun eigen koers verder zijn blijven uitzetten. Een trouwe schare fans bleef al die tijd hondstrouw op post en tot op vandaag brengt de groep nog steeds platen uit die ook in de vakpers hoog worden aangeschreven. Ons hart klopte echter het snelst, inmiddels bijna 35 jaar geleden, wanneer de groep met zanger Fish onze eerste avond in Vorst-Nationaal onvergetelijk maakte. Bruno Mars (’11) was dan weer verantwoordelijk voor een onvergetelijke vuurdoop van zoonlief in dezelfde zaal.  Mars had in de zomer ervoor ook onszelf nog 45 minuten onweerstaanbaar festivalplezier bezorgd op Werchter. Dat schiep een band met zoonlief. Het dichtst dat we bij een Massive Attack (-) concert zijn gekomen was wanneer we met onze wederhelft kozen voor een nachtelijk strandwandeling in plaats van te blijven hangen op het intussen ter ziele gegane Beach Rock Festival waar de trip hoppers aantraden. Een concert van Massive Attack behoort nog steeds tot de mogelijkheden maar om David McComb (-) nog live te kunnen zien zullen helaas alle inspanningen te laat komen want de zanger heeft inmiddels het tijdelijke voor het eeuwige verruild. Die ene keer dat we hem als frontman van The Triffids (’87) hebben gezien wisten we het concert onvoldoende naar waarde te schatten. Iets met “te jong” en “nog niet rijp voor”. Over James Vincent McMorrow (’14) deed heel wat mond-aan-mond reclame de ronde na zijn openingsspot in een Werchter tent. Dat zette ons aan om de Ier dan maar zelf te gaan checken. Vreemd genoeg had hij dan al het akoestische karakter van zijn debuut deels ingeruild voor een batterij elektronica maar niettemin viel de kennismaking mee. Bij Megadeth (’95) zien we een dergelijke stijlbreuk nog niet zo gauw gebeuren. Een werkelijk fantastische doortocht ooit in de Brielpoort kreeg tot op vandaag verbazend genoeg nog geen vervolg voor ons, spijts dat we Mustaine en co. toch zijn blijven volgen. John Mellencamp (’11) stond jarenlang “top of the list” om live te kunnen zien maar de man vertikte het al die tijd om de oversteek naar Europa te maken. De verwachtingen toen hij in 2011 zijn opwachting in Den Haag maakte waren dan ook erg hooggespannen en gelukkig werden die ondanks het risisco dat daaraan vastzit perfect ingelost. De jarenlange stilte rond Midlake (’10, ’14) is hoogst raadselachtig. De Amerikanen maakten in 2013 nochtans een geslaagde doorstart na het vertrek van zanger Tim Smith met het niet onaardige ‘Antiphon’ maar lieten sindsdien jammer genoeg van hen niets nieuws meer horen. Er zit een tijdspanne van dertig jaar tussen onze eerste en tweede ontmoeting met Sisters Of Mercy spin off The Mission (’87, ’17) maar leuk is dat het tweede concert dat eerste ruimschoots overklaste; zeg maar gerust: de eerdere teleurstelling definitief wegdrukte. Velen zullen het met ons eens zijn dat het heengaan van Moloko (’98, ’03) erg te betreuren is. Hoe goed Roisin Murphy (’08, ’15, ’17) het solo ook doet, nooit zal het nog worden zoals in die zomer van 2003. Helaas hebben we al vele helden te betreuren en daar hoort Gary Moore (’90, ’97) zeker bij. Mocht het te herdoen zijn, we zouden de Noord-Ierse gitarist minstens een veelvoud keer méér live aan het werk gaan zien. Op You Tube is gelukkig nog veel te ontdekken om dat enigszins te compenseren. Niet zelden gaat het om clips die nu al duizenden views op de teller hebben staan. Terecht want Moore was een groot en bij leven jammer genoeg niet altijd even gerespecteerd talent. De net als Moore in Belfast geboren en immer nukkige bard Van Morrison (’90, ’15) heeft ondanks zijn wat grillige natuur toch een benijdenswaardige live reputatie weten vast te houden. Dat we daar tweemaal getuige van zijn geweest is voor mensen als ons een te koesteren goed en al zeker de voorbije periode waarin we noodgedwongen ons van live vertier dienden te onthouden.



No comments: