Wednesday, February 23, 2022

4/02 Tim Knol (+ Blue Grass Boogiemen) & 19/02 Meskerem Mees N9, Eeklo

We zijn fan van onze lokale podia, zoveel is zeker. De Eeklose muziekclub N9 slaagt er al jaren in om eigenzinnig een greep te doen uit wat er op ronde is. Op met mondjesmaat toegevoegde uitzonderingen na moet U er niet zijn voor de “usual suspects” maar daar staat de kans tegenover dat U er alleen maar méér verrast kan worden. Dat was laatst ook het geval met Nederlander Tim Knol. Eeklo zoekt al jaren de connectie met de aldaar nabijer gelegen noorderburen en dit was er alvast een voorbeeld van. Knol is boven de moerdijk een gevestigde waarde, eronder een nobele onbekende. Zijn singer-songwriter materiaal schurkt nochtans al jaren aan tegen de grote namen (Young, Parsons, Adams) maar voor deze gelegenheid was hij geboekt met de Blue Grass Boogiemen. In die hoedanigheid was Knol ons trouwens in positieve zin opgevallen in de oudejaarsuitzending van het (oer-)Hollandse Top 2000 A Go Go waarin de heren ‘Bohemian Rapsody’, de nummer 1 van die Top 2000, knap een bluegrass jasje omdeden. De Queen klassieker was er niet bij in Eeklo, tikkie jammer misschien, maar dat kon de pret niet drukken. Knol grasduinde in het genre alsof hij zelf mee aan de wieg stond – of had willen staan – van songs als ‘Pain in my heart’, ‘How mountain girls can love’ en ‘There ain’t nobody gonna miss me when I’m gone’ waarmee Knol naar eigen zeggen graag “The King of Bluegrass” Jimmy Martin aan ons wou slijten. Uit het 3 jaar geleden gezamenlijk opgenomen album hoorden we ook nog ‘Deep dark woods’ en ‘Happy hour’ passeren, songs die de banjo eren als wielerfanaten de tweewieler tijdens een Ronde van Vlaanderen. Knol praatte tussendoor honderduit over zijn passie én persoonlijke geschiedenis voor en met bluegrass wat de avond een mooie ‘8’ voor sfeer en gezelligheid opleverde. Zonder het concert te willen onderwaarderen was ook het afkloppen op 75 minuten speeltijd geen slechte zet omwille van de groeiende inwisselbaarheid van de songs.

Op het eerste gehoor zou een mens dat laatste ook in de mond durven nemen over het fraais dat is terecht gekomen op ‘Julius’, het debuut van de recentste Rock Rally winnares Meskerem Mees. Daar zouden we echter protest bij aantekenen want onder de oppervlakte van de subtiel getokkelde liedjes schuilt steevast een knappe structuur die niet zou misstaan tussen het werk van de grote singer-songwriters. Wellicht dat net daarom in Mees nu al een toekomstige wereldster wordt gezien; een voorspelling die haar alvast in Eeklo met één stap daarnaartoe opzadelde: het publiek van de N9 voor zich winnen. Met een sterke vertegenwoordiging van familie en vrienden in de zaal (“en familie van vrienden en vrienden van familie”, zoals ze zelf grapte) was applaus van een significant deel in de zaal alvast verzekerd maar de rest van het publiek volgde op nauwelijks een nanoseconde. Mees beschikt immers over een authenticiteit waar onmogelijk een boog omheen kan worden gemaakt. We vielen de voorbije jaren live makkelijk voor Amy McDonald, KT Tunstall, Jade Bird en consoorten, nu nog makkelijker voor Mees en cellist Diederik Daelemans die vlot alle voorgenoemden overklasten. Van de eerste noot van ‘Astronaut’ tot een eigenzinnige bewerking van ‘Let it be’ (The Beatles) hing de zaal dan ook aan hun lippen. ‘Queen Bee’ kroonde zich op een Bo Diddley beat tot hoogtepunt onder de hoogtepunten (‘Man of manners’, ‘The Writer’), te meer omdat Mees er ook haar veelzijdigheid mee etaleerde en ons nu al reikhalzend doet uitzien naar een vervolg op ‘Julius’. Maar gesteld dat dit haar laatste wapenfeit zou zijn is haar debuutplaat, die in de titel en op de hoes de ezel in de tuin van haar ouders eert, ééntje om te blijven koesteren. Net als dit fijne concert dat in de komende maanden op tal van data elders in zalen en op festivals zal worden hernomen. Snel daarheen zouden we zeggen voor ze alle grote beloftes die haar worden toegedicht inlost.


No comments: