Weinig songs grijpen ons zo naar de keel als ‘Seventeen going under’ van Sam Fender. Van bij de intro al lopen de rillingen in golven over onze rug en wanneer de 28-jarige Brit zijn tienerleed bezingt voelen we onze traanklieren al half vollopen. We gaan het er eerstdaags eens over hebben met onze psychotherapeut maar hier gaan we verslag uitbrengen van de mans’ concert in het Duitse Frankfurt afgelopen week. Fender, momenteel toerend met zijn tweede album dat dezelfde titel draagt als de successingel waarmee we dit stukje aanvingen, streek de voorbije 2 weken neer in Europa voor slechts een handvol concerten. Daartussen stond jammer genoeg geen Belgische zaal wat ons dan maar de Oostgrenzen deed oversteken. Het idee dat dit hét moment is om de man live te pakken te krijgen kregen we immers de voorbije maanden maar niet uit het hoofd.
Fender timmert al zo’n 9 jaar aan de weg. Pas wanneer hij,
dankzij enkele beloftevolle singels, werd opgenomen in de selectie voor de ‘BBC
Sound of 2018’ ging de bal aan het rollen. Inmiddels staan er 2 Britse nummer 1 albums achter zijn naam en zijn
alle 45000 tickets voor zijn openluchtconcert komende zomer in het Londense
Finsbury Park al de deur uit. Veel steiler hebben we de voorbije jaren een
opmars niet gezien wat van Fender, of hij het nu wil of niet, momenteel ook
buiten de UK “the next big thing” maakt. In Franfurt waren we getuige van nog
bescheiden Fender-mania aangezien de grote Jahrhunderdhalle slechts voor de helft
gevuld was. Sam Fender had zich echter niet alleen voorbereid, maar speelde ook,
alsof de zaal tot de nok gevuld was. De sprong voorwaarts sinds we de man 2,5
jaar geleden aan het werk zagen in La Madeleine was dan ook immens. In Brussel
voelde je toen het potentieel maar het kwam er in 1 uur nog net niet ten volle uit,
in Frankfurt serveerden Fender en band in 90 minuten een voldragen live show die
kortgeleden ook al zijn succes had bewezen in een reeks uitverkochte Britse
arena’s. Dat de ontwapende charme van Fender in deze schaalvergroting niet was
opgeofferd voelde aan als een geruststelling; het hart lag in Frankfurt
duidelijk nog steeds op de tong. De man uit Newcastle deelde met het aanwezige
publiek dan ook snel zijn tegenstrijdige emoties van de dag: een vriend had die
ochtend het leven gelaten en gelijktijdig was van hem ook een petekindje geboren.
Fender sprak zijn wankele stemming van de dag ongeneerd uit maar tekende met ‘Will
we talk?’, ‘Getting started’ en een beklijvend ‘Dead boys’ (met knappe animaties
op het grote scherm achter de band) wel voor een overweldigend openingskwartier.
Dat Aretha Franklin en Ray Charles hem in
deze Jahrhunderdhalle ooit waren voorgegaan had duidelijk indruk gemaakt op Fender.
Het werkte klaarblijkelijk stimulerend om ook zelf dan maar een onuitwisbare
indruk na te laten. Het arsenaal sterke songs dat Fender daarvoor ter
beschikking heeft overstijgt inmiddels al ruimschoots zijn 2 albums. Met ‘Spice’
en ‘Howdon Aldi Death Queue’ zorgde dat “restmateriaal” zelfs voor een
onverwachts fel hoogtepunt in het concert. Beiden raasden als een tornado door
de Jahrhunderdhalle en schudden op aangeven van Fender de rijen vooraan het
podium onverwachts (ook voor ons) stevig door elkaar. Tegengewicht kwam er met
een mooi ‘Mantra’ en het naar de relatie met zijn vader verwijzende en erg
emotionele ‘Spit of you’. Jeugdjaren balancerend op de rand van armoede hebben
bij Fender het sociale engagement en politieke bewustzijn flink aangewakkerd. Het
zoekt duidelijk ook een weg in zijn songs die boosheid én weerbaarheid laten
samenballen (‘Get you down’), een sentiment dat zijn publiek ook oppikt en wat
van Fender voor het eerst sinds lang weer een openlijk geëngageerd artiest
maakt; in onze gepolariseerde wereld van vandaag eerder een gewaagde keuze want
de jaren dat hier garen konden worden uit gespind liggen ver achter ons.
“Goed voor mijn ego als
jullie straks gaan klappen voor meer, maar als jullie het niet doen, ook goed”
grapte Fender aan het einde. De zaal was sowieso verzekerd van bissen, daar
twijfelt niemand aan, maar Fender ook van een stormachtig applaus dat
losbarstte na ‘The dying light’. Het met een enthousiastste sing-a-long opgesmukte
‘Saturday’ effende het pad voor een geweldige apotheose (en vuurwerk!) met
‘Seventeen going under’ en ‘Hypersonic missiles’.
We zijn het jaartal vergeten dat een concert nog zo glorieus
en collectief hossend aan zijn einde kwam en we met, grof geschat, 1500 mede-aanwezigen
(Duitsers dan nog!) zo op wolkjes een concertzaal zijn buiten gewandeld. Als The
Killers deze man weldra laten voorgaan op hun stadionshows in Engeland zijn ze
er gegarandeerd aan voor de moeite en ook op Werchter zal deze Sam ongetwijfeld
één van de smaakmakers worden. Eigenlijk, ga deze Fender gelijk waar zien want
veel completer dan hem rollen artiesten tegenwoordig niet meer van de band.
No comments:
Post a Comment