Het is niet ieder festival gegund om jarenlang trouw te blijven aan dezelfde formule en tegelijk steeds verzekerd te zijn van een ruime publieksopkomst. Het Brugse Cactusfestival slaagt daar al ruim een kwart eeuw in door in één weekend (het tweede van juli) 3 dagen lang bands, mét een pauze tussenin, te programmeren op één podium. Erg goed dus om podiumhoppers als ons even te laten onthaasten. Helaas zegden op amper een half uur van hun aantreden in Brugge Robert Plant en Alison Krauss af voor wat na Sam Fender op Werchter ons tweede meest getipte concert van deze zomer was. Aan allen die ons hiervoor naar Brugge waren gevolgd zeggen we bij deze “Sorry”. Wij bleven er gelukkig van bespaard maar de organisatie kreeg een hoop bagger over zich op sociale media, alsof zij, beter dan de twee artsen die haar hadden onderzocht, met één toverspreuk de “griep” van Mevr. Krauss hadden weg gekregen. Meer te betreuren was dat het overige muzikale aanbod de onthoofde affiche op vrijdag niet van de ondergang heeft kunnen redden, hoe hard we dit ook zouden gewild hadden, niet in het minst voor de organisatie. Meskerem Mees (geen quotering, 16:40) ) slaagde er immers niet in om met haar intimistische liedjes een brug te slaan naar het (gezellig keuvelende) park en ook het steriel klinkende Intergalactic Lovers (❷ ½, 20:05) bleef slechts ternauwernood overeind. Met een nieuw album te promoten (‘Liquid love’) waren het jammer genoeg vooral de “oudjes” van hen die in het Minnewaterpark overtuigden (‘She wolf’, ‘Delay’, ‘Northern road’). Met al onze hoop tot slot gevestigd op Belle & Sebastian (geen quotering, 23:30) viel ook dat tegen; ook zij kregen ons muzikaal DNA dat nochtans vol zit met Britpop genen niet meer aan de praat. Fast forward dan maar naar zaterdagmiddag waar eindelijk het eerste échte hoogtepunt van het weekend op naam mocht worden geschreven van Sylvie Kreusch (❸ ½, 13:30). De voormalige zangeres van Soldier’s Heart en Warhaus bewees in Brugge voor het volle pond op eigen benen te kunnen staan. Onze ogen gingen enkele maanden terug (wijd) open toen ze ons van het indommelen belette tijdens de MIA’s en ook in Brugge voelden we in haar aanwezigheid geen behoefte aan een middagdutje. Met een opmerkelijke kostumering en een band die duidelijk al feilloos op haar is ingespeeld bevestigde ze ook voor ons al het moois dat al over “La Kreusch” en haar debuut ‘Montbray’ is gezegd en geschreven. Van de twee namen waarvan we hun hoogdagen in vorige decennia moeten gaan zoeken won voor ons Franz Ferdinand (❸, 23:40) het in Brugge van White Lies (❷, 19:55). Alex Kapranos en de (reeds ingewisselde) zijnen hebben genoeg aan 1 nummer (‘Take me out’) om eender welk festival naar hun hand te zetten. Als bonus komen daar dan steevast nog wat afgeleiden bij om het werk af te maken (‘This Fire’, ‘The Dark of the Matinée’). Voor White Lies geld evengoed dat hun beste songs terug te vinden zijn op het debuut maar ze klinken, alhoewel ze jonger zijn dan Franz Ferdinand, nu al wat belegen ondanks puntgave uitvoeringen op Cactus van ‘Death’ en ‘Farewell to the fairground’. Tussenin zaten Ben Harper & The Innocent Criminals (❷, 21:40) die helaas niet bij machte waren om al het goeds dat we hier van hen hebben neergeschreven in 2016 in Brugge te herhalen. Met een lang zwijgzame Harper en een minder prominent aanwezige Leon Morbley op percussie leek Cactus veel te snel genoegen te moeten nemen met een doordeweekse passage van de heren, niet iets waar we dit collectief vooraf mee hadden vereenzelvigd. Met het strikken van Richard Hawley (❸ ½, 21:40) en Supergrass (❹, 19:55) hield de zondagse affiche alvast twee favorieten van ons in petto. De “Sheffield Crooner”, die nog voor hij één noot speelt bij ons al aan het maximum van de punten zit, stond na 6 jaar eindelijk terug op een Belgisch podium maar had de omstandigheden duidelijk niet mee. Technische problemen zorgden voor een vervelende vertraging (tijd die er aan het einde niet bijkwam) en ook de klank liet het aanvankelijk afweten. Maar zelfs met deze kanttekeningen speelde Hawley qua tijdloze klasse iedereen op Cactus nog naar huis. Daar zorgden in Brugge ‘Tonight the streets are ours’, ‘Open up your door’, ‘Don’t stare at the sun’ en ‘Down in the woods’ voor. Met ruim 200 miljoen streams mogen we gerust ook ‘Alright’ van Supergrass bestempelen als tijdloos. Het nummer kreeg op Cactus een puntgave uitvoering mee en gaf halfweg een flinke boost aan het concert van de groep die sinds 2020 in reüniemodus verkeert. Met ‘Sun hits the sky’ en ‘Pumping on your stereo’ volgden nadien nog enkele hitjes die aan het Cactuspubliek te merken niet aan het collectieve geheugen zijn ontsnapt. Minder herkenning oogsten ‘Moving’, ‘Late in the day’ en ‘St. Petersburg’ al konden die op niet minder bijval rekenen bij de fans van het eerste uur. Ons dus! Met Nordmann (❹, 13:35), Blackwave (❸, 16:40) en Balthazar (❸ ½, 23:40) hadden ook de Belgen een stevig aandeel in het welslagen van de zondag. Het Gentse Nordmann, de groep rond saxofonist Mattias De Craene, bewees zelfs dat hun instrumentale jazzrock tegen de geldende wetmatigheden van een zomerfestival in perfect overeind kan blijven, zelfs op de middag en wanneer een loden zon de aanwezige toeschouwers voor het dilemma plaatste om of naar de zonnecrème te grijpen of de handen op elkaar te krijgen voor al het moois dat het vijftal putte uit hun 2 platen. Geheel terecht kregen ze backstage uit monde van de organisator de belofte te horen dat ze er met een nieuwe plaat terug zullen mogen optreden, een geste die wat ons betreft gerust navolging mag krijgen bij nog een hoop andere festivals. Geen hip hop trucje of Blackwave heeft het in de vingers, inclusief de gebruikelijke publiekaanmoedigingen die er uitrollen alsof ze niet in “t’Stad” maar in een steegje van de “motherf*cking” Bronx geboren waren. Maar het is vooral met een uitstekende live band en niet met één of andere MC achter hen dat ze zich superieur maken ten opzichte van hun soortgenoten. Met een nieuwe plaat dit najaar zien we hen dan ook doorgroeien naar nog grotere - en we hopen het hartstochtelijk voor hen - ook buitenlandse podia. Het Kortrijkse Balthazar is daar al enkele jaren geleden gearriveerd en lijkt daarin nog lang het maximum niet te hebben bereikt. Want wat een knap uitgekiend concert was me dat in Brugge! Haast evenveel als de groepsleden zelf verdient ook de man die het licht heeft bedacht alle lof. De achter de groep opgestelde zuilen met spots gaven de aanstekelijke mix tussen oud (‘Bunker’, ‘Blood like wine’) en nieuw (‘Losers’, ‘Hourglass’) in Brugge immers een verbluffende visuele dimensie mee. Met minder toeters en bellen maar evengoed ook trefzeker in de vooravond op zondag was The Tallest Man On Earth (❸, 18:15). De Zweed vulde in zijn eentje (en in de beste Dylan-traditie) een uur met akoestische liedjes en veroverde op de voorste rijen sneller harten dan de gemiddelde Vlaamse dorpspastoor. Zijn ontwapende charme kwam nog het meest tot uiting toen hij zijn concert even onderbrak omdat een dame in het publiek onwel was geworden en er verzorging diende te worden bij geroepen. De man vooraan die hij lukraak wat vragen begon te stellen was echter dermate van slag dat er bij hem enkel stamelend uitkwam of hij een knuffel kon krijgen, wat de Zweed dan ook prompt deed. Misschien had ook Robert Plant op vrijdag maar moeten uitpakken met een gelijkaardig gebaar, we hadden er tenminste wat troost kunnen uit putten voor diens afzegging, voorwaar de enige smet op een anders mooie editie van het Cactusfestival.
Onze quotering interpreteert u als volgt:
No comments:
Post a Comment