Welke releases pikken we op, wat concertnieuws zorgt voor euforie, welke oude platen (her)ontdekken we, in welke zaal hebben we halt gehouden en voor wie? Onze appreciatie voor concerten drukken we vanaf nu ook gemakkelijkheidshalve uit in sterren (*), van 1 (slecht), over 2 (zwak) en 3 (goed) naar 4 (uitstekend) tot 5 (onvergetelijk).
De kans om een nieuwe Britse blues belofte, die we tot de
dag ervoor niet kenden, mee te pikken in The Spirit of ’66 terwijl we de
stad Verviers bezochten werd ons ontnomen omdat, volgens de berichtgeving, Laurence
Jones (4/04, -) die dag een hoofdletsel had opgelopen en zijn concert luttele uren ervoor op
doktersorders diende af te zeggen. Gelukkig zijn we inmiddels via
streamingplatforms van de mans kwaliteiten overtuigd geraakt en kijken we reeds
uit naar een toekomstige afspraak met hem. Wie “blues” en “gitaar” in één
zin gebruikt wekt wellicht ook snel de aandacht van Milo Meskens (12/04,***1/2).
Met een solo hit (‘Here with me’) was in 2016 het lot bezegeld van zijn al even
beloftevolle groepje Black Tolex dat in de Nieuwe Lichting van StuBru aan de
oppervlakte was gekomen en we rond die periode eens erg overtuigend aan het
werk hebben gezien. Gezien de succesvolle singels die nog volgden is inmiddels
gebleken dat hij daar de juiste keuze had gemaakt, al gingen de scherpe (blues
rock) kantjes er nagenoeg helemaal af. Meskens pakte in een goed gevulde
Balzaal van de Gentse Vooruit uit met liedjes die in 2 groepen in te
delen zijn: triestige en… zéér triestige. De man draait immers zichzelf
binnenste buiten in zijn songs (en bindteksten) door ongegeneerd al zijn
relatieleed er in te stoppen. Wie het weldra aanlegt met deze Vilvoordenaar
weet dus dat zij mogelijks vroeg of laat in één van zijn songs eindigt. Meskens
is live op zijn best wanneer hij alleen aan de piano zit of met zijn
uitstekende technische bagage op gitaar klinkt als de Vlaamse John Mayer. Maar
écht boven het gemiddelde (dat halfje in onze score) uitstijgen deed dit
concert pas wanneer Laura Tesoro erbij kwam voor een pakkend ‘Feels like home’.
Met reeds enkele nieuwe songs onthuld en het vooruitzicht
van niet 1 maar zelfs 2 plaatreleases in de nabije toekomst hebben ook Rival
Sons onze aandacht weer beet. En we zijn duidelijk niet alleen want van hun
pas aangekondigde najaarstoer was de Brusselse AB (14/11) in luttele dagen
volledig uitverkocht. Heerlijk als dit een band overkomt die we inmiddels al 12
jaar terug voor het eerst de hemel in prezen. Concertnieuws dat we in geen
mijlen zagen aankomen was de bekendmaking van de komst van Dexys Midnight
Runners naar De Roma. Met de hoogdagen van de Britse formatie rond zanger
en songschrijver Kevin Rowland precies 40 jaar achter ons zijn we dan ook reuze
benieuwd hoe die ‘Come on Eileen’ (en bij uitbreiding alles uit het
onsterfelijke ‘Too-Rye-Ay’) er zal klinken op zondag 1 oktober. Onze salopette
hebben we alvast klaar gelegd.
Stand-up comedian Alex Agnew – een man die al
meermaals een volgelopen Sportpaleis in de ogen keek – legde onze standaard
voor een gemiddeld kermisconcert laatst weer wat hoger. Op het Mariakerkse Zomerlief
zagen we hem immers verdienstelijk bijklussen als zanger bij The Moonflowers
(22/04, ****) - volgens hun bio geen coverband maar een band met covers – die
voor deze gelegenheid uitpakten met het werk van The Doors. Agnew had bovendien
geen enkele moeite om dicht bij het timbre van Jim Morrison aan te leunen en
loodste het collectief moeiteloos naar een geestverruimend ‘The End’. Daags
nadien deed de Amerikaanse singer-songwriter Ryan Adams (23/04,***** ) met
hetzelfde nummer ook iets wonderlijks. Ontdaan van alle studio trucs en in
solo-akoestisch arrangement klonk het in het Koninklijk Circus minstens even
onheilspellend als daags voordien. Adams vervoegde 4 jaar geleden een stilaan
lange rij #metoo zondaars. Enkele dames waaronder ook Phoebe Bridgers en
ex-echtgenote Mandy Moore hadden getuigd van onwelvoeglijkheden naar hen toe
wat Adams ‘ uitstraling als één van Amerika ’s beste singer-songwriters geen
goed deed. Inmiddels zijn we enkele openlijke spijtbetuigingen verder en
probeert de Amerikaan zichzelf terug te rehabiliteren met snel opeenvolgende
plaatreleases en door opnieuw te gaan toeren. Voor het eerst in 6 jaar speelde
Adams nog eens in ons land, opnieuw solo zoals hij dat ook in het verleden al enkele
malen deed, en dat werd een onverhoopt succes. De uitverkochte zaal zat 3 uur
aan het gestoelte gekluisterd voor ruim 30 songs waartussen alleen maar koren
en geen kaf te bespeuren viel. Naast een pak covers (veel Velvet Underground en
Doors maar ook Lynyrd Skynyrd en Hank Williams) trof ook eigen werk in
gestripte versie meteen raak bij ons (‘Gimme something good’, ‘Do you still
love me’, ‘Let it ride’, ‘Come pick me up’). Adams, perfect bij stem en duidelijk
wat aangekomen de voorbije (afwezige) jaren leek goed geluimd en trachtte
tussen de nummers door wat te grappen en grollen maar deelde evengoed een terechte
sneer uit aan (met flashlight) fotograferende toeschouwers. Voor de rest hield
iedereen zich aan de vooraf meegedeelde richtlijnen. De gevraagde
stilte-garantie werd een avond lang verzekerd en hielp mee om van dit concert
een wel heel bijzondere ervaring te maken die onder voorbehoud van geen
herhaling van eerder vermelde foute manieren niet zal ontbreken in ons
eindejaarslijstje.
Met een aan griezeligheid grenzende toevalligheid dook ook
‘The End’ op tijdens het Noordkaap concert in De Roma (27/04,
****). Met Stijn Meuris die in ‘Soms schrik’ ook een citaat uit de tijdloze
klassieker van The Doors haalde was het alsof in amper één week tijd de haan
voor ons een derde maal kraaide. Het gemend Limburgs-Antwerpse collectief reeg voor
het tweede jaar op rij ook in De Roma weer dezelfde hoogtepunten uit eigen werk
aan elkaar. Terecht vernoemde Meuris hiervoor meerdere keren alle groepsleden
bij naam want ook zij zorgen mede voor het vele lof dat deze reünie oogst. Hoe diep hun klassiekers (‘Wat is kunst?’,
‘Druk in Leuven’, ‘Een heel klein beetje oorlog’,…) in het collectieve geheugen zitten kon worden afgemeten aan het volume waarmee ganse passages door het publiek luidkeels werden overgenomen van een duidelijk genietende Stijn Meuris. Slechts één
advies willen we de groep na deze nieuwe triomf toewerpen: mocht er een derde jaargang komen van deze reünie en ze ons er ook nog bij willen dan zien we graag de set even door elkaar geschud en minstens van 5 andere nummers voorzien.
We zijn koele minnaars van de muzikale exploten van Clement Peerens, het alter ego van Hugo Matthyssen (29/04, ***). Diens solo werk, dat inmiddels ruim 3 decennia oud is, met debuut ‘Dankuwel!’ op kop, ligt ons als een vers ingeplante pacemaker een pak nauwer aan het hart. Met de voorstelling ‘Huroram’ grijpt Matthyssen, goed voor ons dus, eindelijk nog eens terug naar die periode en hij doet dat in een 3-mansbezetting met Aram Van Ballaert en Ronny Mosuse, heren van stand waarmee hij trouwens ook de Explosition vormde. Wellicht dat het ook voor hen - wij verstaan dat - tijd was voor iets anders. ‘Huroram’ houdt het midden tussen een concert en een comedy voorstelling. Daardoor is het bij momenten iets te weinig van het één (we misten wel wat Centimeters van weleer in de arrangementen van vandaag) of te weinig van het andere (Hugo mocht gerust wat vaker zijn absurditeiten op de zaal los laten). Maar het genoegen om ‘Tony de zieke pony’ en ‘Eddy Borremans’ in de Vooruit nog eens levend te zijn tegengekomen neemt geen ‘Foorwijf’ ons nog af.
No comments:
Post a Comment