Welke releases pikken we op, wat concertnieuws zorgt voor euforie, welke oude platen (her)ontdekken we, in welke zaal hebben we halt gehouden en voor wie? Onze appreciatie voor concerten drukken we vanaf nu ook gemakkelijkheidshalve uit in sterren (*), van 1 (slecht), over 2 (zwak) en 3 (goed) naar 4 (uitstekend) tot 5 (onvergetelijk).
Van alle nieuwe releases lieten we ons afgelopen maand
vooral meevoeren door ‘The first two pages of Frankenstein’, de nieuwste van The
National, hun negende al. Enkele eerbiedwaardige gasten als Sufjan Stevens,
Phoebe Bridgers en Taylor Swft leveren opnieuw een bijdrage op een album dat
mistroostig van sfeer is en aldus met dit klimatologisch onzalige voorjaar zeker
zijn voordeel deed. De op mijlen afstand herkenbare sound biedt nog weinig
nieuws maar eenmaal het clubje van Matt Beringer de weg naar onze binnenkant
heeft gevonden sluiten we ze er voor eeuwig in op, met ditmaal op kop openingsnummer
‘Once upon a poolside’. Op singelgebied waren we bij de tweede beluistering van
de nieuwe PJ Harvey al verkocht. ‘A child’s question, August’ is een wat
sinister aanvoelend pareltje van nauwelijks 3 minuten en roept goede
herinneringen op aan haar laatste concerten nu al 6 jaar geleden. Vorig jaar
nog had Josh Homme het aan de stok met justitie toen hij een aantal niet mis te
verstane bedreigingen had geuit aan de bijzit van zijn ex Brody Dalle.
Terugkomende uit die staat van ‘Emotion sickness’ knijpt QOTSA er een
jaar later toch wel een dijk van een singel uit die het pad effent voor een
half juni te verschijnen nieuw album, net op tijd voor Werchter dus. Waar een
beetje droefenis en ellende niet allemaal goed voor is.
Paul Weller (11+12/05, *****) had er een jaar geleden
duidelijk nog niet veel schik in en riep, terwijl iedereen terug het toeren
hervatte, als één van de laatsten nog eens corona in om al zijn op stapel
staande Europese data van de kalender te vegen. Zelfs doorgewinterde fans als
ons hadden een ferme mantel der liefde nodig om deze beslissing toegedekt te
krijgen en al zeker toen we even erna ook nog eens lovende berichten ontvingen
van concerten over het kanaal die wél plaatsvonden. Gelukkig hielden Brexit
formaliteiten de Modfather dit jaar niet tegen om alsnog de oversteek te wagen
en in Rijsel (L’ Aeronef) en Antwerpen (De Roma) voor het eerst
in bijna 5 jaar terug live voor ons te verschijnen. Met inmiddels ruim 30
Weller concerten op onze teller zijn verrassingen eerder beperkt al viel in
Rijsel op dat alle solo hits in één set werden gestopt en het aandeel oude
Style Council met 4 stuks Wellers’ debuutjaren met The Jam (‘Start!’)
ruimschoots overtrof. Een handvol songs die we tot onze all time
favorieten rekenen (‘Hung up’, ‘All the pictures on the wall’, ‘Above the
clouds’) maakten dit blije weerzien compleet. Zo crowdpleasing hadden we Weller
aldus nog niet gepresenteerd gekregen en ook qua muzikale vorm was de
toonzetting swingender en frivoler dan we doorgaans gewoon zijn, mede ook
dankzij de aanwezigheid van oudgediende Jacko Peake op sax. Daags nadien ging
Weller in de Scheldestad op dat elan door maar verwisselde hij ‘Wild wood’ en
‘You do something to me’ voor 2 songs die allesbehalve diezelfde (hit) status
hebben: ‘Rocket’ en ‘Be happy children’. Die laatste droeg hij trouwens op aan
iedereen in het publiek met “a loved one”, alle anderen wenste Weller zo iemand
toe. De “angry young man” van weleer is op zijn 65 een kroostrijke familieman
geworden die schijnbaar ook persoonlijk rust heeft gevonden. Niet alleen
weerspiegelde dit in recente platen maar nu ook in zijn concerten die
toegankelijker dan ooit zijn geworden maar gelukkig het oude vuur toch genoeg laat
oplaaien (‘Into tomorrow’, ‘Changing man’, ‘Peacock suit’). Waar ouder worden
niet allemaal goed voor is.
“Dash wast witter dan wit” wordt beweerd maar Arielle
rockt beter vinden we. Met flink wat adelbrieven van groten der aarde probeert
de 33 jarige Amerikaanse al enkele jaren naam te maken. Wereldschokkend is haar
‘73’ album niet – de titel geeft de muzikale inspiratiebronnen goed aan – maar
wat hebben we er met plezier vele keren doorheen geluisterd afgelopen maand,
het tenen krullende ‘I need an angel’ buiten beschouwing gelaten. Ze speelt
trouwens met een custom made Brian May (Queen) gitaar waar Arielle thuis
een graag geziene gaste bij is. Waar beroemde vrienden niet allemaal goed voor
zijn.
Een jaar geleden waren présale connecties nodig om ons te
verzekeren van kaartjes voor The Boss (25/05, ***) in Amsterdam. TW
Classic verkocht in een mum van tijd uit en ook de Nederlandse data (2 maal de
Amsterdamse Arena en 1 maal het Pinkpop terrein in Landgraaf) waren in
een oogwenk volzet. Bovendien wouden we wel eens een niet-festival setting om
de 73-jarige legende nog eens aan het werk te zien. Dat we hiermee een kapitale
vergissing maakten bleek al snel toen The E-Street Band en Bruce Springsteen
op het eerste van twee Amsterdamse avonden hun concert op gang trokken met ‘No
surrender’. De geluidsmix was ronduit slecht en de anders zo innemende classics
gingen één voor één galmend kopje onder. Het aura van Springsteen en de
gebruikelijke overgave van The E Street Band compenseerde veel maar halfweg de
3 uur durende set lag ons eindoordeel al vast: dat het op deze gelegenheid niet
zou worden zoals in Werchter (’13, ’16) en al zeker niet zoals die wervelende
passage op Pinkpop in 2012. We konden ons ook niet van de indruk ontdoen dat –
geheel begrijpelijk – ook de dynamiek die de act van Springsteen zijn
legendarische status heeft gegeven niet meer is als op voorgaande gelegenheden.
Enkel bij saxofonist Jake Clemons (neef van) en onder de aanvullende musici
(een uitmuntende blazerssectie en achtergrondkoor par excellence!) zakte immers
de leeftijd onder de 70. We zien het ons alvast niet meer doen tegen dan, dus
hoe dan ook hulde voor wat de heren nog presteren al worstelden we wel even met
de vraag of we het dan ook nog willen aanschouwen. ’Last man standing’ en ‘I’ll see you in my
dreams’, niet toevallig allebei akoestisch gebracht en aldus ontdaan van alle
ballast, ‘Letter to you’, ‘Trapped’, ‘Kitty’s back’, ‘Thunder road’, ‘Born to
run’, ‘Bobby Jean’ en ‘Dancing in the dark’ waren voor ons de hoogtepunten die
deze Springsteen trip zeker nog wisten te rechtvaardigen. Het pompeuze ‘Born in
the USA’ en een schabouwelijk slechte versie van ‘Because the night’ waarin
door toedoen van Nils Lofgren drummer Max Weinberg het nummer zelfs volledig
kwijt was hadden er wat ons betreft dan weer niet hoeven bij te zijn in
Amsterdam. En bij nader inzien misschien wijzelf ook niet.
Even zag het er naar uit dat we Blues Peer (28/05) nooit
van onze bucketlist zouden afgevinkt krijgen. Het roemrijke bluesfestival in
Peer was enkele jaren geleden immers failliet verklaard maar kende gelukkig met
publieke steun een doorstart in 2022. Het aantal groten der aarde dat ooit is
neergestreken in Peer is duizelingwekkend. Check daarvoor eens Wikipedia want
anders loopt deze update nog pagina’s uit. Het festival koos er net als vorig
jaar voor om opnieuw uit te pakken met namen die minder sterk verwant zijn met
het genre waarop het festival zijn reputatie heeft gevestigd. Ironisch genoeg gaven
op zondag Robert Jon & The Wreck (*****) en The Devon Allman
Project (*****) publiekstrekkers Luka Bloom (***) en The
Waterboys (**1/2) flink het nakijken. Beiden hadden weelderige Americana in
de aanbieding, gebracht door muzikanten die zichtbaar voor meer dan alleen de
cheque naar Peer waren gekomen. Dat onder hetzelfde zeil ook thuisspelers Doghouse
Sam (****) en voormalig Radio King Brian Templeton (***1/2) punten scoorden met blues geserveerd op iets
traditionelere wijze maakte van de Mississipi tent trouwens de ganse
dag the place to be op het terrein. Op het grote podium waren enkel nog
blues-ogen gericht op de virtuositeit van gitarist Eric Steckel (***) al
loerde de valkuil van “trop is te veel” – niet iedere solo moet op zijn
hoogtepunt ondersteund worden met een dubbele basdrum - enkele malen gevaarlijk
om de hoek. Luka Bloom kon het nét niet genoeg intiem maken en Mike Scott doet
het merk Waterboys alsmaar minder eer aan door met middelmatige begeleiders én
zonder fiddle speler te toeren. Maar los van de muziek hebben we in het verre
Limburg echter vooral ook ervaren dat “een opperbeste sfeer” en “Blues Peer” synoniemen zijn van
elkaar. Onder stralend zomerweer was dit een gedroomde seizoensopener waarvan
we nu al de volgende editie aankruisen in onze agenda van 2024.
Nog dit jaar geven we alvast onze derde november aan Glen
Hansard. Na een jaar waarin de Ier voorbeeldig in de buurt van vrouw en
(kersvers) kind is gebleven kriebelt het weer om de hort op te gaan. Weinig singer-songwriters
hebben ons de afgelopen jaren zo diep geraakt als Hansard; net voor de winter
zijn intrede doet zal onze ziel aldus nog eens op zijn doorlaatbaarheid worden
getest. Dichterbij op de kalender, en de laatste tickets gaan volgens recente info op dit eigenste moment van de hand, staat BLUR (6/08) op de
Lokerse Feesten. Het wordt alvast geen concert dat louter zal teren op oude
successen want de groep verraste onlangs met de aankondiging van een nieuw
album. Doorgaans is gezelschap ervan te mijden maar voor hun ‘Narcissist’ maken
we graag een uitzondering.
No comments:
Post a Comment