Welke releases pikken we op, wat concertnieuws zorgt voor euforie, welke oude platen (her)ontdekken we, in welke zaal of weide hebben we gestaan en voor wie? Onze appreciatie voor concerten drukken we vanaf nu ook gemakkelijkheidshalve uit in sterren (*), van 1 (slecht), over 2 (zwak) en 3 (goed) naar 4 (uitstekend) tot 5 (onvergetelijk).
Even de routine van alledag verlaten en ons in het gezelschap van
fijne vrienden 4 dagen lang laten meevoeren op een muzikale trip, dat is
Werchter voor ons. Met media die overijverig elke scheet die (niet) wordt gelaten op
de wei in nieuws trachten te verpakken was ook ons de Barn heisa ter ore
gekomen. Met Fred Again noch Editors op ons lijstje zaten wij alvast niet bij
de gedupeerden. Wel waren we met succes ruim
een half uur voor de start van het Iggy Pop concert naar de Barn afgezakt, een procedé
dat we daar al jaren hanteren voor de populairdere namen. Het is ons in het
verleden ook al overkomen dat we de binnenkant van de tent niet haalden alleen namen
we daar dan gewoon vrede mee. Ook lang samengepakt staan voor ronkende namen
als Tame Impala of Alt J terwijl de temperaturen hoog oplopen in de gigantische
tent is geen nieuw gegeven en overkwam ons reeds meermaals. Vreemd eigenlijk
dat pas nu de roep om hiervoor creatieve oplossingen te verzinnen luider is dan
dat Dave Grohl schreeuwen kan. Gelukkig dat er zich voor Danielle Ponder
(*****) geen volksverhuizing naar de KlubC had voorgedaan of we hadden het
strafste Werchter moment van ons weekend misschien zelfs gewoon gemist. Nog
meer bijzonder wordt het als we er aan toe voegen dat we gewoon lukraak de KlubC
voor haar waren binnen gelopen. Net als Lady Blackbird vorig jaar plukken de
Werchter programmatoren duidelijk graag veelbelovende namen uit het aanbod van
het Nederlands North Sea Jazz Festival, iets wat wij alleen maar enthousiast
kunnen toejuichen. De voormalige advocate gooide luttele jaren terug haar toga
over de haag en werd prompt zangeres. Tot dusver leverde dat al een
platencontract op en maakte ze tot haar eigen verbazing op Werchter nu al een
sprong naar een grote festivaltent waar toch al enkele duizenden vroeg op de
dag naar haar stonden te luisteren. Ponder had werkelijk maar één song nodig,
de eerste, om alle aanwezigen bij haar te houden en er alleen nog maar nieuwe
bij te winnen. Met een fenomenaal stembereik – we moesten even aan de grote
Randy Crawford denken – gekoppeld aan een oprechte en doorleefde emotionaliteit
hielden onze traanklieren het dan ook niet lang droog. Ponder verwees in eigen
werk openlijk – en voor vele aanwezigen herkenbaar - naar eigen relationele moeilijkheden
en sloeg iedereen met verstomming door ‘Creep’ van Radiohead op verpletterende
wijze in haar universum binnen te werken nadat ze ook al met ‘Walk on by’ (van
de betreurde Burt Bacharach) in de verf had gezet dat ze moeiteloos een rijtje
grote zangeressen kan vervoegen. Een minstens even grote toekomst dichten we Sam
Fender toe (*****) die oprecht spijt uitdrukte voor diens afzegging vorig
jaar en daarmee alvast bij ons een 12 maanden oud trauma definitief van de baan
duwde. Tot dusver puurt hij uit 2 albums al een festivalset die met enkele
anthems (‘Seventeen going under’, ‘Hypersonic Missiles’) nu al headlinerwaardig
is. Dat er bij Fender ook nog ruimte voor spontaniteit is bewees hij door in te
gaan op een publiek verzoek om zijn Springsteen cover van ‘Dancing in the dark’
te brengen. Dat kroonde zich na eerder vermelde hits mede tot één van dé
momenten van de dag en bij uitbreiding van het ganse Werchter weekend. Die
waren er ook voor het grijpen in de Barn bij Iggy Pop (*****), de ouderdomsdeken
van deze Werchter editie. De medegrondlegger van de punk bewees nog niets van
zijn rock-’n-roll spirit verloren te hebben ondanks de vele prominent zichtbare
sporen van de 76 lentes die hij al achter zich heeft. Met blazers erbij werd
bovendien een dosis extra vitaliteit toegevoegd aan ‘Lust for live’ en ‘The
Passenger’. De Barn hapte alsof de boer na een week aan de Costa Brava voor het
eerst weer met verse haver rond kwam. Knoop de naam Jacob Lusk goed in de oren
want van die man gaan we de komende jaren nog veel horen. In het
Amerikaans-Engelse trio Gabriels (*****) waartoe hij behoort is hij de ster
waar het allemaal rond draait. Geen noot te hoog of Lusk had ze beet in een set
die met 2 welgemikte covers (‘Back to life’ van Soul II Soul en Tina’s ‘Private
dancer’) de Barn naar een soulvol delier loodste. De zijdelingse boodschap
van liefde en verdraagzaamheid mochten we na het concert tot ver buiten de Barn
gaan uitdragen. Onze kennissenkring heeft het ondertussen gehad met de vele “I
love you’s” die we sindsdien hebben uitgedeeld. Als Belgen het hoofdpodium in
Werchter beklimmen is er vaak een grote dosis trots mee gemoeid. Deze werd in
het geval van The Haunted Youth (*****) nog aangedikt door het werkelijk
fenomenale geluid dat de groep toebedeeld kreeg voor hun openingsset op
vrijdag. Zanger Joachim Liebens sprak op het immense podium zijn rouwgevoelens uit over een
recente zelfdoding in eigen omgeving en verruilde halfweg zijn shirt voor een
tweede met het opschrift ‘Don’t kill yourself I love you’. De vele vroege
Werchtergangers deelden mee in de catharsis die dit fantastische concert als
onverwachts neveneffect had.
Met een scheiding in ’19 en een kankerdiagnose in ’22 zal
ook Josh Homme wel aan wat emotioneel oplapwerk toe geweest zijn de voorbije
jaren. Des te geruststellender was het dan ook om hem blakend van gezondheid én
met een grijns op het gezicht voor een volle weide te zien verschijnen op
Werchter. Het is in de begin dagen van Queens Of The Stone Age (****)
wel anders geweest en dat is Homme zo te horen nog niet vergeten. QOTSA gaven
de wei een oplawaai van jewelste met een set die slechts rakelings langs de nieuwe
plaat passeerde om ruim voorrang te geven aan alle hits. Kortom: van alle
headliners was dit gewoon de beste. Paolo Nutini (****) hengelde mee
naar een toekomstige plek daartussen maar dat ging onverwachts moeilijker dan
verwacht met een concert dat beter tot zijn recht had gekomen in de Barn. Toen
er aan het einde snel geschakeld werd naar ‘Iron sky’ leek het alsof men hem
daadwerkelijk was vergeten zeggen dat hij slechts 60 minuten speeltijd had. Niettemin
toch één van de mooiste uren van het weekend. SONS (****) stonden voor
de derde keer op Werchter en troffen ook nu weer raak. Wie nu nog niet door
heeft dat zij één van de strafste live-bands van ons land zijn is gewoon van
slechte wil want nog voor de eerste riff werd afgevuurd op The Slope veranderde
het plein al in één kolkende massa. Met wederom hoge pieken in het muzikale meesterschap
(een drummer van wereldniveau!) trokken we alvast onze bloedband met deze
zonen nog wat aan. Ons pad kruiste op
Werchter voor het eerst City & Colour (****) en dat smaakte met de
ijle vocalen van Dallas Green en het prairie-vullende geluid van zijn
uitmuntende begeleiders al snel naar meer. Het laatste album ‘The love still
held me near’ is een rouwplaat om hun in 2019 overleden vriend én producer Karl
Bareham en in The Barn klonk de groep een uur lang troostend én warm. In
oktober doen ze De Roma aan en dat kunnen we voor mensen die zoiets nodig
hebben alleen maar aanbevelen. Net als Werchter, die Spoon (****) nu pas
een uitnodiging stuurden, voelden ook wij ons wat laat op de afspraak aangezien
hun 10 albums in al die tijd duidelijk ook aan onze aandacht waren ontsnapt.
Wel drong op Werchter snel door wat we hebben gemist: een groep die nog met één
been in de nineties vertoeft maar dat geluid blijft updaten, getuige daarvan
ook een Grammy nominatie voor laatste album ‘Lucifer on the sofa’. Strekt wat
ons betreft ook tot aanbevelen: een meer dan geslaagde versie van John Lennon’s
‘Isolation’.
Completer dan op deze editie hadden we Arctic Monkeys
(***1/2) nog niet gepresenteerd gekregen ook al mist Alex Turner nog dat
tikkeltje volksmennerschap om die weide tot helemaal achteraan in te palmen. Ware
het niet van een alsmaar killer wordende Werchter nacht, ook de bissen hadden
we ter plekke staan mee brullen in plaats van tentwaarts te trekken. Op de platen
van The Murder Capital (***1/2) is het bittere ernst maar tijdens hun laatavond
concert aan The Slope zagen we in de moshpit niets dan blije gezichten. Het
concert stond dan ook bol van de spanning en zou op minder publieksparticipatie
niet hebben afgeklopt. Voor een **** concert van Inhaler (***1/2) hebben
we alvast De Roma in het najaar geboekt want op Werchter zaten ze er ei zo na
dicht bij. Met songs van tweede plaat ‘Cuts & bruises’ erbij lijkt de weg
naar volwassenheid onomkeerbaar ingezet, ook al zag Elijah Hewson er sprekend uit
als zijn vader ten tijde van U2 debuut ‘Boy’.
In het midden van ons Werchter peloton treffen we Anna
Calvi, The Reytons, Viagra Boys, Kasabian, Vintage
Trouble, Muse, Puscifer en Christine and the Queens aan
(allemaal ***). Calvi, die we al jaren hoog inschatten, toert nu
stilaan toch wat te lang met hetzelfde want verschillen met onze voorgaande 2
ontmoetingen (’19 en ’22) waren als een tricolore ten huize De Wever nergens te
bespeuren. Niettemin stak ze daarmee toch maar weer mooi boven het maaiveld
uit. The Reytons zijn streekgenoten van Arctic Monkeys en dat is er aan
te horen. Afgaand op wat we in Werchter zagen en horen wordt het ook in het
Gentse Wintercircus medio november een indie feestje. Voor toetsen en een
saxofoon haalt de gemiddelde punkrocker waarschijnlijk de neus op maar aan Viagra
Boys geeft het net dat tikkeltje swing mee dat ons in KlubC helemaal
meetrok. Kasabian nam in corona afscheid van hun frontman Tom Meighan.
De man had een veroordeling opgelopen voor huiselijk geweld en dat was er
voor bandleider Serge Pizorno te veel aan. Pizorno stapte dan maar zelf op het
voorplan en bleek in Werchter zijn ontslagen bandmaat al die jaren goed te hebben geobserveerd. Pizzorno
vuurde het publiek dermate aan dat zelfs een half-comateuze festivalganger nog
tot springen zou zijn gekomen op uitsmijter ‘Fire’. Ooit was er een tijd dat Vintage
Trouble als the next big thing in de markt werd gezet. Flirtend met
hardere rock behoort hun rhythm & blues dan ook tot het beste wat er
in dat genre te vinden is alleen ontbreekt het de groep aan hits om het
predicaat van eeuwige openers (3e keer al op 10 edities) van zich af
te schudden. Muse heeft dan weer herkenningspunten ten over om de
aandacht 90 minuten lang vast te houden. Hun kwetsbaarheid ligt echter in het
falen van de techniek waar de groep op licht beschamende wijze afhankelijk is
van geworden. Zo moest op Werchter slotsong ‘Knights of Cydonia’ tot tweemaal
toe worden stilgelegd waarna de groep dan maar ‘Showbizz’ uit de kast haalde
als uitsmijter. We kunnen niet meteen onze vinger leggen op het genre van Puscifer,
het nevenproject van Tool zanger Maynard James Keenan. Een vleugje metal, een
snuifje progrock, een mespuntje industrial en zelfs een pop-toets hier en daar;
het zal allemaal in een theatrale show die, zo begrepen we, het zoeken naar
buitenaards leven op aarde voorstelde. Op maandagochtend zijn we er wel enkele
tegen gekomen op de camping die er voor hadden kunnen doorgaan. We sturen
Puscifer een mailtje om het te melden. Bij Christine & The Queens
(of moeten we Redcar zeggen?) bleef er van een conventioneel concert niets meer
over. Heloïse Letissier bracht op haar ééntje tussen sculpturen en mannequin
poppen een beklijvende maar bij momenten ook bevreemdende performance die met
haar half naakte lichaam zeker ook een gender-statement wou maken. Geen
‘Christine’ noch ‘Damn, dis-moi’ in de set, hits waarmee ze bekend is geworden
maar waarvan ze duidelijk alsmaar verder afdrijft.
Naar de staart van het peloton dan. Mumford & Sons
en de Red Hot Chilli Peppers (2,5*) leverden als headliners die
meezingbare Tijdloze classics af waarvoor backstage de cheque klaar lag. Wij kregen het er warm noch koud van. De Peppers uitnodigen
voor twee achtereenvolgende edities vonden wij al van “trop is te veel” en zo
klonk het ook; en Mumford en zonen moesten ons Stromae doen vergeten wat hen
niet is gelukt, hoe verdienstelijk hun poging ook was.
In de categorie “Jong en nog groen achter de oren” vielen Pip
Millett en Holly Humberstone wat licht uit (2*). The Sope was dan
weer wel een kolfje naar de hand van Militarie Gun en Kid Kapichi
maar bij beiden (2*) is aan hun songs nog wat schaafwerk vereist. Kid Kapichi waren
wel de meest vermakelijke van de twee door allerlei snacks en fruit (die ze
hiervoor doelbewust op hun rider hadden gezet) het publiek in te katapulteren. “Iedereen
vergelijkt ons met IDLES maar wij zijn écht” grijnsde frontman Jack Wilson. Alleen
haalden IDLES hier vorig jaar wel het dubbele van de sterren binnen (#saysitall).
Er zullen ongetwijfeld wel mensen zijn die nog zitten te wachten op Interpol
(2*) maar wij horen daar niet bij. Ze klonken op Werchter – hoe strak ook
en met de gitaren steeds gelijk gestemd – dan ook als een anachronisme.
Ontgoocheling alom bij de concerten van Liam Gallagher
en The 1975 (1*). De jongste der Gallaghers mag onder eigen naam qua publieke
bijval én plaats op de prestigieuze festivals dan al broerlief Noel in de
schaduw zetten, live is het bij Liam tussen start en finish (lees: de grote Oasis
classics) een tergend lange processie geworden. Matt Healey, zanger van The
1975, won dan weer de weinig benijdenswaardige “Shane McGowan trofee” van
dit jaar door een uur lang half dronken en verward rond te dolen over dat
immense podium, in onze ogen een (weinig verdoken) noodkreet om mentale
bijstand. Tussen hem en de andere bandleden was er overigens evenveel
interactie als tussen partners na het scheidingsverdict wat mede een set met
toch een handvol sterke nummers deed imploderen als een mini duikboot op zoek
naar de Titanic.
Van een Werchter implosie is ook na deze editie alvast nog
lang geen sprake. De voor-elk-wat-wils aanpak loonde ook op deze editie weer en
zorgde andermaal voor een boeiend parcours dat ons na afloop weer voldaan en
tevreden achterom doet kijken. Het festival blijft dan ook jaarlijks garant
staan voor spraakmakende concerten die met geen zaal-ervaring te evenaren
zijn.
No comments:
Post a Comment